3b) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal getrapt werd, de doelwachter zijn voeten beweegt, moet hij de
strafschop toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet het
goedgekeurd worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt, moet de strafschop
hernomen worden.
3c) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een speler van de verdedigende ploeg in het
doelgebied komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet hij de strafschop
toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet het goedgekeurd
worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt, moet de strafschop hernomen worden.
In de gevallen 3a), 3b) en 3c) moet de speler die de overtreding begaat een officiële
waarschuwing krijgen.
4a) Wanneer op het ogenblik dat de strafschop genomen wordt de strafschopnemer zich aan
onbehoorlijk gedrag schuldig maakt of één van zijn medespelers door woorden of
gebaren de doelwachter beïnvloedt, moet de strafschop hernomen worden, indien er een
doelpunt is uit gescoord. De strafschopnemer - of de schuldige medespelers - moeten een
officiële waarschuwing krijgen.
4b) Wanneer op het ogenblik dat de strafschop genomen wordt een speler de
strafschopnemer beïnvloedt door woorden of gebaren, moet de strafschop hernomen
worden indien geen doelpunt is gescoord. De schuldige speler moet een officiële
waarschuwing krijgen. Indien deze speler een projectiel naar de bal werpt, wordt er op
dezelfde wijze gehandeld en moet hij bovendien definitief uitgesloten worden.
4c) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal tot het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een ploegmaat van de strafschopnemer in het
doelgebied komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet hij de strafschop
toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet de strafschop hernomen
worden.
4d) Wanneer in dezelfde omstandigheden als in c) de bal terug in het spel botst nadat hij de
doelwachter, de dwarslat of een doelpaal geraakt heeft, moet de scheidsrechter het spel
stilleggen en een onrechtstreekse vrije schop aan de tegenpartij toekennen op de plaats
waar de speler in het doelgebied gekomen is of op de plaats waar hij tot op minder dan
vijf meter van de bal genaderd is.
4e) Wanneer in dezelfde omstandigheden als in 4c) de doelwachter de bal afweert in
hoekschop, moet de scheidsrechter de hoekschop toekennen.
In de gevallen 4c), 4d) en 4e) moet de schuldige speler een officiële waarschuwing
krijgen.
5a) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, de doelwachter niet op zijn doellijn blijft en
tegelijkertijd een ploegmaat van de strafschopnemer in het doelgebied komt of de bal
nadert tot op minder dan vijf meter, moet de strafschop hernomen worden.
5b) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een speler van beide ploegen in het doelgebied
komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet de strafschop hernomen
worden.
In de gevallen 5a) en 5b) moeten de spelers die de overtreding begaan hebben een
officiële waarschuwing krijgen.