BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 1 Versie 01.08.2020
Belgische Zaalvoetbalbond vzw (BZVB)
Vlaamse Zaalvoetbalbond vzw (VZVB)
Spelregels
BZVB en VZVB
2020 - 2021
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 2 Versie 01.08.2020
BELGISCHE ZAALVOETBALBOND vzw
Erkend door het B.O.I.C.
Maatschappelijke zetel :
B.Z.V.B.
Beneluxlaan, 22
1800 VILVOORDE
VLAAMSE ZAALVOETBALBOND vzw
Maatschappelijke zetel :
V.Z.V.B.
Wilselsesteenweg, 307
3010 KESSEL-LO
Telefoon : 016 44 77 94
Fax : 016 77 95 25
Voorwoord
Deze uitgave houdt rekening met de verschillende wijzigingen voorgesteld door de N.R.C. en
goedgekeurd door het N.U.C. 20/06/2020.
Indien niet anders vermeld zijn alle regels en bijzondere instructies van toepassing voor alle
wedstrijden gespeeld onder controle van de B.Z.V.B., de L.F.F.S. en de V.Z.V.B.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 3 Versie 01.08.2020
Regel 1 : Het speelveld
Regel 1 - Artikel 1 - Het speelveld en de doelen
De plattegrond van het speelveld is hieronder afgebeeld.
Het speelveld De doelen
Lijnen en punten:
1. Zijlijnen
2. Doellijnen
3. Middellijn.
4. Middencirkel (facultatief)
5. 6-meterlijnen.
6. Middelpunt (facultatief)
7. Hoekpunten.
8. Strafschoppunten
9. 9-meterlijnen (Facultatief)
10. 9-meterpunten
Zones :
A. Doelgebied.
B. Neutrale zone.
C. Wisselzone.
D. Zitplaats voor wisselspelers en
officials
E. Officiële tafel.
F. 9 meterzone
G. Coachzone (facultatief)
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Lijnen en punten:
1. Zijlijnen
2. Doellijnen
3. Middellijn.
4. Middencirkel (facultatief)
5. 6-meterlijnen.
6. Middelpunt (facultatief)
7. Hoekpunten.
8. Strafschoppunten
9. 9-meterlijnen (Facultatief)
10. 9-meterpunten (Facultatief)
Zones :
A. Doelgebied.
B. Neutrale zone.
C. Wisselzone.
D. Zitplaats voor wisselspelers en
officials
E. Niet van toepassing.
F. 9 meterzone (Facultatief)
G. Coachzone (facultatief)
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 4 Versie 01.08.2020
Regel 1 - Artikel 2 - Afmetingen van het speelveld
a. Algemeen:
BZVB
en
VZVB
Het terrein is van rechthoekige vorm en de afmetingen moeten, zoveel mogelijk, naar een
verhouding breedte/lengte van 1 op 2 benaderen.
Het speelveld is in zijn lengte begrensd door de zijlijnen en in de breedte door de doellijnen.
Het wordt in twee gelijke zones verdeeld door de middenlijn die zich op gelijke afstand van
de doellijnen bevindt.
De hoogte, boven de hele oppervlakte van het speelveld, moet minimum zeven meter zijn.
b. De afmetingen:
- Voor een internationale competitie:
Lengte: 40 m
Breedte: 20 m
Uitzonderlijk kan een afwijking van
maximum 2 meter toegestaan worden
- Voor de nationale competitie:
Lengte: van 32 m (minimum) tot 42 m
(maximum)
Breedte: van 18 m (minimum) tot 22
m (minimum)
De nationale sportcommissie kan
uitzonderlijke afwijkingen toestaan
voor de nationale competitie.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
- Landelijke of provinciale competitie:
Lengte: van 28 m (minimum) tot 42 m
(maximum)
Breedte: van 16 m (minimum) tot 22
m (maximum)
Regel 1 - Artikel 3 - Vloerbedekking van het speelveld
BZVB
en
VZVB
Het oppervlak van het speelveld bestaat uit een vloerbedekking zonder oneffenheid.
BIJZONDERE INSTRUCTIES
Behalve in internationale wedstrijden, voor welke artikel 3 strikt dient toegepast, wordt
iedere bedekking toegelaten voor zover ze aanvaard werd door de verantwoordelijke
instanties, rekening houdend met de veiligheid van de spelers.
Regel 1 - Artikel 4 - Afbakeningen van het speelveld
BZVB
en
VZVB
De lijnen die het speelveld afbakenen hebben een breedte van ongeveer vijf centimeter en
moeten in dezelfde kleur zijn.
Tussen de doelpalen moeten deze lijnen even breed zijn als de dikte (diepte) van de
doelpalen.
Volgens de aard van het oppervlak mag er gebruik gemaakt worden van verf of
kleefbanden. In geen geval mag de aangewende materie enig gevaar voor de spelers
opleveren.
Alle lijnen maken deel uit van de gebieden die ze afbakenen.
Regel 1 - Artikel 5 - Doelgebied
BZVB en
VZVB
Het doelgebied is begrensd door de doellijn en de 6-meter lijn.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 5 Versie 01.08.2020
Regel 1 - Artikel 6 - Middelpunt en middencirkel
BZVB
en
VZVB
Een middellijn dient in de breedte van het speelveld op gelijke afstand van de doellijnen
getrokken. Het middelpunt van het speelveld (facultatief) moet met een stip zijn
aangegeven. Rondom dit punt moet een cirkel met een straal van vijf meter getrokken
worden (facultatief).
Bijzondere instructies
Wanneer het middelpunt niet aangegeven is, beslist de scheidsrechter over zijn ligging.
Wanneer de cirkellijn niet getrokken is, moet de scheidsrechter er op letten dat de spelers
zich op reglementaire afstand bevinden bij de aftrap of bij een spelherneming nadat een
doelpunt werd aangetekend.
Regel 1 - Artikel 7 - Strafschoppunt en 9-meterpunt
BZVB
en
VZVB
Het strafschoppunt bevindt zich op een afstand van zes meter van de doellijn, in het midden
van de lijn die het doel- en strafschopgebied afbakent.
Wanneer het strafschoppunt niet aangegeven is, beslist de scheidsrechter over zijn ligging.
Het 9-meterpunt bevindt zich in het midden
van de 9-meterlijn. Wanneer het 9-
meterpunt niet aangegeven is, beslist de
scheidsrechter over zijn ligging.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Regel 1 - Artikel 8 - De doelen
BZVB
en
VZVB
In het midden van elke doellijn worden de doelen geplaatst. Ze bestaan uit twee verticale
palen die op de binnenzijde drie meter van elkaar verwijderd zijn en verbonden door een
horizontale dwarslat waarvan de onderkant zich op twee meter boven de grond bevindt.
De doelpalen en de dwarslat die rechthoekig of vierkant van vorm zijn, moeten een breedte
hebben van acht centimeter en een dikte (diepte) van vijf tot acht centimeter. De doelpalen
en de dwarslat die rond van vorm zijn, moeten een diameter van acht centimeter hebben.
De diepte bovenaan de doelen moet minstens veertig en maximum tachtig centimeter
bedragen, de diepte onderaan het doel minimum zestig centimeter en maximum één meter.
Het verschil tussen de diepte boven- en onderaan moet minstens twintig centimeter zijn.
De doelen dienen vervaardigd uit hout, stalen buizen, aluminium, spuitplastic of enig ander
goedgekeurd materiaal. Ze worden geschilderd als stippellijn waarvan de stippels ongeveer
20 centimeter lang zijn. De kleur moet mat zijn en contrasteren met de omgeving. Het
vasthechten van de doelen is verplicht. Dit moet alle schommelen vermijden.
Netten zijn verplicht. Ze moeten loshangen om te beletten dat de bal zou terugspringen. Ze
moeten stevig aan de palen en de dwarslat vastgehecht worden. De mazen mogen geen bal
doorlaten.
Een wedstrijd mag niet beginnen of dient gestaakt indien een doelpaal of dwarslat gebroken
is, niet meer de vereiste vorm heeft of onvoldoende stevig is.
De doelen moeten zodanig geplaatst zijn dat rekening gehouden is met de lijn tussen de
doelpalen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 6 Versie 01.08.2020
Regel 1 - Artikel 9 - Neutrale zone
BZVB
en
VZVB
Het speelveld moet omringd zijn door een ruimte vrij van iedere hindernis (op en boven de
grond) over een breedte die minimum 1 meter moet en drie meter mag zijn (uitgezonderd de
zitplaatsen voor wisselspelers en de officiële tafel).
De vloerbedekking van de neutrale zone moet van dezelfde aard zijn als deze van het
speelveld.
Bijzondere instructies
De bevoegde instanties mogen afwijkingen op artikel 9 toestaan maar steeds rekening
houdend met de veiligheid van de spelers.
Regel 1 - Artikel 10 - Wisselzone
BZVB en
VZVB
Deze behoort tot de neutrale zone. Ze is gelegen langs beide zijden van de middellijn en
telkens drie meter lang.
Regel 1 - Artikel 11 - Zitplaatsen voor wisselspelers en toegelaten officials
BZVB en
VZVB
Deze zitplaatsen bevinden zich in de neutrale zone, buiten de wisselzone en op 3 meters van
de middellijn (op 4 meter in geval van aanwezigheid van een zone voor de coach)..
Regel 1 - Artikel 11 bis Coachzone
BZVB en
VZVB
De coachzone is een zone van één meter maximum die zich bevindt in de neutrale zone
tussen de wisselzone et de zitplaats voor wisselspelers en officials. Deze zone is facultatief.
Regel 1 - Artikel 12 - De verbanddoos
BZVB
en
VZVB
Zelfs als er een verpleegzaal in de nabijheid van het speelveld is, dient de thuisploeg op
straffe van boete een verbanddoos ter beschikking te stellen van spelers en officials. Ze
moet zich in de neutrale zone bevinden en het minimum bevatten dat nodig is om de eerste
zorgen toe te dienen.
Regel 1 - Artikel 13 - Spelbenodigdheden
Een wedstrijd mag niet gespeeld worden
zonder :
- een bal ( zie spelregel 2 )
- een officieel wedstrijdblad.
- een scheidsrechterfluitje, een gele, rode
en blauwe kaart (dit bij afwezigheid van
de scheidsrechter of indien de
aanwezige scheidsrechter deze
benodigdheden niet bij zich heeft)
- een tafel en twee stoelen
- een conform manueel bord (aanduiding
doelpunten fouten en time-outs)
geplaatst op de officiële tafel.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Een wedstrijd mag niet gespeeld worden
zonder :
- een bal ( zie spelregel 2 )
- een scheidsrechtersfluitje, een gele en
rode kaart ( dit bij afwezigheid van de
scheidsrechter of indien de aanwezige
scheidsrechter deze benodigdheden niet
bij zich heeft )
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 7 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Indien de wedstrijd niet kan plaatsvinden, moet de scheidsrechter een verslag opstellen.
De thuisploeg in het bezit zijn van een verbanddoos (art.12) of het nodige materiaal om
vochtige en gevaarlijke plaatsen van het speelveld te reinigen. Indien deze twee
benodigdheden ontbreken, moet de wedstrijd wel plaatsvinden maar dient een verslag
opgesteld te worden.
Indien er in de sporthal een elektronische klok in werking gesteld wordt, is deze enkel ter
inlichting van de toeschouwers. De scheidsrechter is de enige die over de tijd oordeelt.
Deze klok moet stilgelegd worden op 1 minuut voor het einde van elke speelhelft.
Regel 1 - Artikel 14 - Verlichting
BZVB en
VZVB
Het speelveld moet voorzien zijn van een voldoende en gelijkmatige kunstverlichting, die
zal aangewend worden wanneer de omstandigheden het vereisen. De scheidsrechter beslist
wanneer deze verlichting noodzakelijk is.
Het minimum aantal " lux" is 500 lux in
nationale en internationale competities
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Het minimum aantal " lux" is 300 lux.
Regel 1 - Artikel 15 - Ongeschikt speelveld
BZVB
en
VZVB
Een speelveld is ongeschikt indien :
a) het niet de vereiste afmetingen heeft.
b) het niet omgeven is door een neutrale zone zonder enige hindernis.
c) de doelen of de netten niet aan de voorschriften voldoen.
d) de verlichting duidelijk onvoldoende is.
e) de vereiste benodigdheden niet ter beschikking van de wisselspelers en de officials
gesteld werden (banken, stoelen, enz…)
f) de staat van de vloer gevaar oplevert voor de spelers
g) er zich hindernissen of vreemde voorwerpen op het veld bevinden of binnen de
reglementaire hoogte.
h) de voorziene lijnen niet of slecht aangebracht zijn.
Indien het speelveld vijf minuten na het voorziene officiële aanvangsuur niet geschikt is,
mag de wedstrijd niet doorgaan en dient de scheidsrechter een verslag aan de bevoegde
commissie over te maken.
Regel 1 - Artikel 16 - Onbespeelbaar speelveld
BZVB en
VZVB
Een speelveld is onbespeelbaar wanneer het gevaar oplevert voor de spelers wegens redenen
waarvoor de thuisclub niet verantwoordelijk is.
Regel 1 - Artikel 17 - Kleedkamers
BZVB en
VZVB
Een kleedkamer uitsluitend voorbehouden aan de scheidsrechters is verplicht. Elke ploeg
moet over een afzonderlijke kleedkamer beschikken, behalve bij overmacht.
* * * * * * *
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 8 Versie 01.08.2020
Regel 2 : De bal
Regel 2 - Artikel 1 - Bechrijving
BZVB
en
VZVB
De halfbotsende bal (Nr 4) moet rond zijn. De buitenbekleding moet van leder of ander
gelijkwaardig geschikt materiaal gemaakt zijn.
Indien men de bal van een hoogte van 2 meter laat vallen, mag de bal de eerste keer niet
hoger dan 65 cm en niet lager dan 55 cm terugbotsen.
De scheidsrechter is de enige die oordeelt of de bal aan de voorschriften voldoet.
Bij wedstrijden van duiveltjes en preminiemen moeten kleinere halfbotsende ballen (Nr 3)
van hetzelfde type gebruikt worden.
De clubs worden uitgenodigd om met de
officiële bal van de federatie te spelen..
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Bijzondere instructies
In de provinciale of regionale afdelingen,
na akkoord van het landelijk of provinciaal
comité, is het toegelaten om eventueel te
spelen met een vilten bal (waarvan de
binnenzijde bestaat uit leer, rubber of een
andere toegelaten materie).
Regel 2 - Artikel 2 Aantal ballen
BZVB
en
VZVB
Het aantal ballen dat door de thuisploeg ter beschikking van de scheidsrechter dient gesteld,
is niet gelimiteerd, maar het aantal moet in ieder geval voldoende zijn om een normaal
verloop van de wedstrijd te waarborgen. Ze dienen wel alle van hetzelfde type te zijn.
Indien de thuisclub geen bal ter beschikking kan stellen binnen de vijf minuten na het
officiële aanvangsuur, kan de wedstrijd niet doorgaan en moet de scheidsrechter een verslag
opstellen en overmaken aan de bevoegde instantie die de zaak zal onderzoeken. Deze
termijn is niet van toepassing in de loop van het spel.
Indien een wedstrijd dient gestaakt te worden wegens het ontbreken van de bal, moet de
scheidsrechter een verslag overmaken aan de bevoegde instantie waarin hij het aantal ballen
vermeldt dat bij de aanvang van de wedstrijd te zijner beschikking werd gesteld.
Regel 2 - Artikel 3 Vervanging van de wedstrijdbal
BZVB
en
VZVB
De bal waarmee de wedstrijd begonnen wordt, mag niet vervangen worden, tenzij de
scheidsrechter van oordeel is dat hij onregelmatig geworden is.
Indien de bal tijdens de wedstrijd zoek raakt, moet de thuisploeg een andere bal leveren om
verder te kunnen spelen en ook het nodige doen om de wedstrijdbal zo spoedig mogelijk ter
beschikking van de scheidsrechter te stellen.
De bal die ondertussen gebruikt werd, zal bij de eerstvolgende spelonderbreking vervangen
worden.
Wanneer de bal tijdens het spel onregelmatig wordt, moet de scheidsrechter de wedstrijd
stilleggen. Op de plaats waar de bal onregelmatig werd, zal hij met een andere
reglementaire bal de wedstrijd met een scheidsrechtersbal laten hernemen.
Wanneer de bal onregelmatig wordt bij een spelherneming (intrap, vrije schop, doelworp
door de doelwachter) wordt hij beschouwd als zijnde onregelmatig geworden voor de
spelherneming.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 9 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Indien het feit zich voordoet alvorens hij aangeraakt werd door een speler of de
scheidsrechter, ofwel gestuit werd door een doelpaal of de dwarslat moet het spel hernomen
worden met een andere reglementaire bal.
Daarentegen, indien het feit zich voordoet op het ogenblik dat de bal een speler of de
scheidsrechter raakt of dat hij door een doelpaal of de dwarslat gestuit wordt, moet het spel
hernomen worden met een scheidsrechtersbal op de plaats waar het contact plaatshad (zie
regel 8) behalve in het doelgebied.
* * * * * * *
Regel 3 : Spelers
Regel 3 - Artikel 1 Aantal spelers
BZVB
en
VZVB
Het spel wordt gespeeld door twee ploegen elk bestaande uit maximum tien spelers,
waarvan er maximaal vijf spelers op het veld staan. Bovendien moet één van die vijf de
doelwachter zijn.
Elke ploeg moet de wedstrijd met minimum 4 spelers (doelwachter inbegrepen) kunnen
aanvangen.
De wedstrijd dient gestaakt indien één van beide ploegen herleid is tot minder dan drie
spelers (doelwachter inbegrepen).
Regel 3 - Artikel 2 De doelwachter
BZVB
en
VZVB
Algemeen
Een ploeg mag niet aantreden zonder doelwachter. De doelwachter die de wedstrijd
aanvangt moet in aangepaste uitrusting zijn (een hesje is dus niet geldig). In geval van
uitsluiting van de doelwachter moet een andere speler in aangepaste uitrusting zijn plaats
innemen. Elke speler die aan de wedstrijd deelneemt, mag wisselen met de doelwachter.
A. Indien het een “vliegende” wissel betreft, gebeurt deze op dezelfde wijze als voor
een veldspeler, dit wil zeggen zonder spelonderbreking en de scheidsrechter hoeft
geen nota te nemen van zulke wissels.
B. Indien de wissel gebeurt wegens een uitsluiting of blessure van de doelwachter,
wordt het spel stilgelegd en dient de scheidsrechter nota te nemen van de wissel.
BZVB
en
VZVB
Uitrusting
Wat de uitrusting betreft hebben de spelers die betrokken zijn bij deze wissel volgende
keuze:
1. Indien het een vliegende wissel betreft:
1.1. de nieuwe doelwachter is de reservedoelwachter in uitrusting op de bank
d.w.z. in doelwachtertrui met nummer zoals ingeschreven op het
wedstrijdblad.
1.2. de nieuwe doelwachter is een veldspeler: hij trekt een hesje boven zijn
spelerstrui op voorwaarde dat onder het hesje zijn spelersnummer leesbaar
blijft. De kleur van het hesje moet natuurlijk verschillend zijn van de twee
ploegen en de scheidsrechter.
1.3. de doelwachter met een hesje kan vervangen worden door een andere
veldspeler met een hesje op voorwaarde dat een doelwachter die als zodanig
is uitgerust steeds op de bank aanwezig is.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 10 Versie 01.08.2020
2. Indien de wissel gebeurt wegens
een uitsluiting van de doelwachter
is de vervangende doelwachter :
2.1. de reservedoelwachter
2.2. een veldspeler. In dit geval moet
deze veldspeler:
- ofwel de doelwachtertrui van de
uitgesloten doelwachter aantrekken
- ofwel een andere trui met een
nieuw spelersnummer aantrekken.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
2. Indien de wissel gebeurt wegens
een uitwijzing of uitsluiting van de
doelwachter is de vervangende
doelwachter :
2.1. de reservedoelwachter
2.2. een veldspeler. In dit geval moet
deze veldspeler:
- ofwel de doelwachtertrui van de
uitgewezen of uitgesloten
doelwachter aantrekken
- ofwel een andere trui met een
nieuw spelersnummer aantrekken
BZVB
en
VZVB
3. Indien de wissel gebeurt wegens een kwetsuur van de doelwachter of een beslissing
van deze laatste is de vervangende doelwachter:
3.1. de reservedoelwachter
3.2. een veldspeler. In dit geval moet deze veldspeler:
- ofwel de doelwachtertrui aantrekken van de gekwetste doelwachter die
zelf een ander trui met een nieuw spelersnummer moet aantrekken indien
hij verkiest op de wisselbank van zijn ploeg te blijven zitten;
- ofwel een andere trui met een nieuw spelersnummer aantrekken.
4. De vervangen doelwachter die als veldspeler wil meespelen trekt een spelerstrui
aan met een nummer niet vermeld op het wedstrijdblad alsook dezelfde broek en
kousen als zijn medespelers. Hij moet naar de kleedkamer om zijn nieuwe trui aan
te trekken.
Regel 3 - Artikel 3 De kapitein
BZVB
en
VZVB
Iedere ploeg stelt een kapitein aan. Deze moet een armband dragen van minimum acht
centimeter breedte in (een) kleur(en) die contrasteert met deze van zijn trui. De kapitein
behoudt zijn functie als hij zich op de zitbanken voor wisselspelers bevindt.
Een kapitein die wordt uitgesloten moet
zijn armband overmaken aan een
medespeler.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Een kapitein die wordt uitgewezen of
uitgesloten moet zijn armband overmaken
aan een medespeler.
BZVB
en
VZVB
Voor de wedstrijd tekent de kapitein het scheidsrechtersblad en aanhoort de instructies van
de scheidsrechter. Hij betwist de opgooi voor de aanvang van de wedstrijd.
Noch de kapitein, noch enig andere speler heeft het recht aan de scheidsrechter uitleg te
vragen over een genomen beslissing.
Indien een uitgesloten speler weigert het speelveld te verlaten, moet de scheidsrechter
beroep doen op de kapitein. Indien deze weigert of indien zijn tussenkomst mislukt, dient de
wedstrijd gestaakt.
Indien de kapitein wordt uitgesloten en weigert het speelveld te verlaten, moet de wedstrijd
gestaakt worden.
Ingeval er geen afgevaardigde van de
bezoekende ploeg aanwezig is, moet de
official aan de tafel van de bezoekers de
administratieve formaliteiten aan diens
functie vervullen.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Ingeval er geen afgevaardigde van de
bezoekende ploeg aanwezig is, moet de
kapitein de administratieve formaliteiten
eigen aan diens functie, vervullen, maar
mag aan het spel deelnemen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 11 Versie 01.08.2020
Regel 3 - Artikel 4 Spelerswissel
BZVB
en
VZVB
Vliegende wissels mogen zonder uitzondering, op gelijk welk moment en zonder beperking
in aantal worden uitgevoerd op voorwaarde dat zij plaatsvinden op de wijze zoals
beschreven in de spelregels.
Een wisselspeler mag onmiddellijk aan het spel deelnemen. Het dragen van een hesje,
training of trui is in ieder geval verplicht voor alle wisselspeler die zich in de zaal
opwarmen vooraleer ze eventueel het speelveld betreden. Dit hesje, training of trui moet van
een ander kleur zijn dan de kleuren van de truien van de twee ploegen.
BIJZONDERE INSTRUCTIES
Het is niet vereist dat er een doelwachter, als dusdanig uitgerust, zich bij de wisselspelers op
de bank bevindt.
De namen van alle spelers (effectieve en wisselspelers) moeten voor de aanvang van de
wedstrijd op het wedstrijdblad vermeld zijn. De ongebruikte lijnen op het wedstrijdblad
dienen doorgehaald en geparafeerd door de scheidsrechter alvorens hij op het speelveld
komt. Wanneer een ploeg slechts vier spelers op het wedstrijdblad vermeldt, mag de
scheidsrechter de vijfde lijn niet doorhalen aangezien een ploeg zich op gelijk welk
ogenblik van de wedstrijd mag vervolledigen. Indien de ploeg heel de wedstrijd met vier
spelers gespeeld heeft, moet de overgebleven vijfde lijn na de match doorgehaald en
geparafeerd worden.
Regel 3 - Artikel 5 Wijze van wissel
BZVB
en
VZVB
De wissel moet geschieden binnen de zone die hiervoor voorbehouden is.
Bij aanwezigheid van een officiële tafel, mogen de wisselspelers het zicht van de
tafelofficials niet hinderen.
De wisselspelers mogen in het spel komen zonder de toelating van de scheidsrechter te
vragen, behalve in geval van blessure. In dit geval moet de wisselspeler wachten om het
speelveld te betreden totdat de geblesseerde speler het speelveld verlaten heeft.
Indien een wisselspeler het speelveld opkomt om een andere reden dan een reglementaire
wissel, moet het spel onmiddellijk onderbroken worden. De scheidsrechter dient de nodige
disciplinaire maatregel te nemen tegen de wisselspeler die de overtreding begaat en het spel
dient hervat te worden met een onrechtstreekse vrije trap op de plaats waar de bal zich
bevond toen het spel werd stilgelegd (cf. Regel 8).In geval van een OVT ten voordele van
de aanvallende ploeg in de 6-meter zone, moet de bal geplaatst worden op de 6-meterlijn en
dit zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal zich bevond toen het spel werd stilgelegd.
In uitzonderlijke omstandigheden (b.v. blessure van een speler), kan van deze regel
afgeweken worden. Volgens de omstandigheden kan een gekwetste speler, op om het even
welke plaats het terrein verlaten of buiten de lijnen gedragen worden en, indien mogelijk, zo
dicht mogelijk bij de plaats waar hij zich bevindt.
Regel 3 - Artikel 6 Leeftijdscategorieën
BZVB
en
VZVB
In alle gevallen die in dit artikel voorkomen, wordt de leeftijd geteld in het kalenderjaar
waarin de competitie begint.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 12 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
a) Categorieën Jeugd
Zijn DUIVELTJES, de leden die de leeftijd van 8 jaar niet bereikt hebben voor 1 januari
maar die de dag van de wedstrijd minimum 5 jaar zijn. In deze categorie zijn gemengde
ploegen toegestaan.
Zijn PREMINIEMEN, de leden die de leeftijd van 10 jaar niet bereikt hebben voor1 januari
maar die minimum 7 jaar zijn op de dag van de wedstrijd. In deze categorie zijn gemengde
ploegen toegestaan.
Zijn MINIEMEN, de leden die de leeftijd van 12 jaar niet bereikt hebben voor 1 januari
maar die minimum 9 jaar zijn de dag van de wedstrijd. In deze categorie zijn gemengde
ploegen toegestaan.
Zijn KADETTEN, de leden die de leeftijd van 14 jaar niet bereikt hebben voor 1 januari,
maar die minimum 11 jaar zijn de dag van de wedstrijd. In deze categorie zijn gemengde
ploegen toegestaan.
Zijn SCHOLIEREN, de leden die de leeftijd van 16 jaar niet bereikt hebben voor 1 januari,
maar die minimum 13 jaar zijn op de dag van de wedstrijd.
Zijn BELOFTEN, de leden die de leeftijd van 21 jaar niet bereikt hebben voor 1 januari,
maar die minimum 15 jaar zijn op de dag van de wedstrijd.
b) Categorieën senioren en dames
De mannelijke leden kunnen zodra zij de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt de dag van de
wedstrijd, deelnemen aan de SENIOREN competitie voor mannen.
De vrouwelijke leden kunnen zodra zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt de dag van de
wedstrijd, deelnemen aan de SENIOREN competitie voor dames.
c) Categorie veteranen
Zijn VETERANEN, de leden die tenminste 35 jaar zijn op de dag van de wedstrijd.
* * * * * * *
Regel 4 : Uitrusting van de spelers
Regel 4 - Artikel 1 Uitrusting
BZVB
en
VZVB
De zichtbare uitrusting van een speler bestaat uitsluitend uit een trui (of shirt), een korte
broek, sportkousen en schoeisel. Het dragen van beenbeschermers onder de opgetrokken
sportkousen is toegestaan, alsmede van een lieslaars of een panty van dezelfde kleur als de
korte broek.
De sportkousen moeten steeds opgetrokken zijn. Alle spelers van één ploeg moeten dezelfde
uitrusting dragen behalve de doelwachter (met uitzondering van de sportschoenen). Deze
moet een trui dragen waarvan de kleur verschillend is van deze van de veldspelers
(medespelers en tegenstanders) en van de scheidsrechter. De doelwachter mag een training
of lange broek dragen in plaats van een korte broek of een legging onder een korte broek.
Zwartgekleurde truien zijn voor alle veldspelers verboden behalve tijdens wedstrijden
waarin de scheidsrechter een trui draagt in een andere kleur. (Zie Regel 5, art. 1).
De clubs zijn er toe gehouden aan te treden in de kleuren zoals officieel bekend gemaakt.
De thuisclub wordt verantwoordelijk geacht indien een wedstrijd niet kan doorgaan omdat
hij zich aanbiedt in dezelfde bekende officiële kleuren van de bezoekende club. Vanaf het
seizoen 2021-2022, de zwarte kleur zal niet bepaald kunnen worden als de officiële kleur
van de truien.
Wanneer de bezoekende club zich NIET aanbiedt in zijn officiële kleuren maar met kleuren
die dezelfde zijn als de kleuren van de thuisclub moet de scheidsrechter de bezoekende club
verplichten van uitrusting te veranderen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 13 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Wanneer in een officiële wedstrijd de bekend gemaakte kleuren van beide clubs identiek
zijn of naar het oordeel van de scheidsrechter aanleiding tot verwarring kunnen geven, moet
hij de spelers van de thuisclub verplichten shirts van een andere kleur te dragen.
Om alle verwarring te vermijden, mogen de officiëlen, die op het wedstrijdblad vermeldt
staan, niet dezelfde kleur van trui (shirt) dragen als de spelers van hun ploeg.
Regel 4 - Artikel 1 bis Uitrusting in de damescompetities
BZVB
en
VZVB
In de damescompetities mogen de speelsters of speelsters een kapje
dragen dat beantwoordt aan de volgende criteria:
- Het mag in geen geval het volle gelaat of een deel ervan verbergen
en dient beperkt tot het hoofd.
Het mag niet vastgemaakt worden aan de trui.
- Het mag geen bestanddeel bevatten dat een eventueel fysiek gevaar
oplevert voor de speelster die het draagt of voor de anderen
(ritssluiting, vooruitstekend deel,…) en dit in overeenstemming met
regel 4, artikel 4.
- De kapjes die gedragen worden door de speelsters of speelsters van
dezelfde ploeg dienen van identieke kleur te zijn.
Het aantal speelsters die een kapje dragen heeft geen belang.
Regel 4 - Artikel 2 Nummering van de spelers
BZVB en
VZVB
Op iedere trui moet op de rugzijde een leesbaar nummer van 1 tot en met 99 staan,
verplichtend in Arabische cijfers.
De nummers van de spelers van eenzelfde ploeg dienen verschillend te zijn.
Spelers zonder rugnummer op hun trui mogen aan de wedstrijd niet deelnemen.
Regel 4 - Artikel 3 Sportschoenen
BZVB
en
VZVB
Het dragen van sportschoenen is verplicht.
Enkel lichte sportschoenen met helder gekleurde zolen, zonder topverharding en zonder
noppen worden toegelaten.
De clubs zijn gehouden inlichtingen in te winnen bij de verantwoordelijke van de
sporthallen over de voorschriften betreffende de kleur van de zolen die mogen gebruikt
worden en deze stipt na te leven.
Regel 4 - Artikel 4 Gevaarlijke of niet conforme uitrusting
BZVB
en
VZVB
Een speler die zich aanbiedt in een uitrusting die niet voldoet aan de vereisten van de regel 4
artikel 1 kan niet deelnemen aan de wedstrijd. Indien de ploeg herleid wordt tot drie
spelers vanwege dit verbod, gaat de wedstrijd niet door en moet de scheidsrechter een
verslag maken.
Het is verboden gevaarlijke voorwerpen te dragen, zoals armbanden, uurwerken, ringen met
uitsteeksels, te los hangende hals- of andere kettingen enz.
Indien een speler zich aanbiedt om zijn ploeg te vervolledigen, nadat de wedstrijd begonnen
is, en niet aan het spel mag deelnemen omdat zijn uitrusting niet conform is, moet hij een
spelonderbreking afwachten om aan de scheidsrechter te vragen aan het spel te mogen
deelnemen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 14 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Dit geldt ook voor een speler die wegens dezelfde inbreuk het speelveld diende te verlaten.
De speler mag slechts opnieuw aan het spel deelnemen nadat de scheidsrechter zich
persoonlijk ervan vergewist heeft dat de speler niet meer in overtreding is met deze regel.
Ingeval van inbreuk op deze regel moet het spel stilgelegd worden. De speler moet een
officiële waarschuwing krijgen en het spel hernomen worden met een onrechtstreekse vrije
trap toegekend aan de tegenpartij op de plaats waar de bal zich bevond.
* * * * * * *
Regel 5 : De scheidsrechter De officials
Regel 5 - Artikel 1 Algemeenheden
BZVB
en
VZVB
De scheidsrechter wordt aangeduid door de bevoegde scheidsrechterscommissies.
De scheidsrechter moet waken over de toepassing van de spelregels en de officiële
instructies uitgevaardigd door de B.Z.V.B.
De scheidsrechter wordt geacht die uitrusting te dragen zoals ze door de federatie
voorgeschreven wordt. In principe is dit een zwarte uitrusting.
Een ‘New look - uitrusting’ wordt toegestaan, maar wanneer er verwarring mogelijk is met
de kleur van de uitrusting van één der beide ploegen, moet in dat geval de scheidsrechter de
kleur van zijn uitrusting aanpassen. De scheidsrechter moet rekening houden met de
officiële kleuren van de ploegen.
De scheidsrechter moet een zwarte broek
en overwegend donker gekleurde schoenen
dragen.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
De scheidsrechter moet een short en
overwegend donker gekleurde schoenen
dragen.
Een zwarte short zal verplicht zijn vanaf het
seizoen 2021-2022.
Regel 5 - Artikel 2 Voor de wedstrijd
BZVB
en
VZVB
De scheidsrechter moet minstens dertig minuten voor het officiële aanvangsuur van de
wedstrijd aanwezig zijn om de staat van het speelveld, de ballen en de aanwezigheid van de
verbanddoos te controleren. Hij dient er ook over te waken dat de voorzieningen buiten het
speelveld beantwoorden aan de voorschriften, zoals neutrale zone, zitplaatsen voor spelers
en officials enz.
Hij moet de controle verrichten van de licentielijsten en erkende identiteitsdocumenten van
de spelers en officials, alsook van de uitrusting van de spelers. Dit moet gebeuren in het
bijzijn van de afgevaardigden van de twee clubs, bij voorkeur in of aan de kleedkamer van
de scheidsrechter.
Het behoorlijk ingevulde wedstrijdblad dient hem ten laatste 15 minuten voor het officiële
aanvangsuur van de wedstrijd overhandigd worden. Voor de wedstrijd en zolang de controle
van de spelers door de scheidsrechter niet voltooid is en het wedstrijdblad niet getekend is
door de kapitein, mag een speler door een andere vervangen worden en mag een nieuwe
speler bijgevoegd worden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 15 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Iedere speler of official ingeschreven op het scheidsrechtersblad, die geen erkend
identiteitsbewijs kan voorleggen, mag niet aan het spel deelnemen, op de bank plaatsnemen
of een officiële taak vervullen en dit zolang er geen erkend identiteitbewijs wordt
voorgelegd. Na de wedstrijd, zal zijn naam op het wedstrijdblad geschrapt worden als geen
enkel geldig identiteitsbewijs werd voorgelegd.
Indien een speler niet op de licentielijst vermeldt staat, mag de speler aan de wedstrijd
deelnemen maar moet de scheidsrechter dit aanduiden in het daartoe voorziene vak en de
betrokken speler laten tekenen.
Indien een club niet in het bezit is van de licentielijst, moet de scheidsrechter dit aanduiden
in het vak “Opmerkingen en laten tekenen door de afgevaardigde van de club die in
gebreke is.
Hij dient elke vastgestelde onregelmatigheid op het wedstrijdblad te noteren.
Regel 5 - Artikel 3 Bevoegdheden van de scheidsrechter
BZVB
en
VZVB
De bevoegdheid van de scheidsrechter neemt een aanvang op het ogenblik dat hij de
kleedkamer betreedt en eindigt na de wedstrijd bij het aftekenen van het wedstrijdblad door
de officials aan de tafel van de twee ploegen.
Indien de scheidsrechter getuige is van feiten en/of een tuchtrechtelijke maatregel neemt
voor of na de wedstrijd, dan moet de scheidsrechter een verslag opmaken.
Een speler die voor de spelerscontrole uitgesloten wordt, mag op het wedstrijdblad
vervangen worden. Indien als gevolg van deze uitsluiting een ploeg slechts vier spelers kan
opstellen om de wedstrijd aan te vangen, mag ze op gelijk welk ogenblik van de wedstrijd
het aantal spelers aanvullen tot vijf.
Een speler die uitgesloten wordt voor de aftrap, maar na de controle van de spelers en het
tekenen van beide kapiteins, mag niet meer vervangen worden en de betrokken ploeg moet
de wedstrijd spelen met een speler minder. Wanneer een ploeg hierdoor maar drie spelers
mag opstellen, mag deze wedstrijd niet plaatshebben en moet de scheidsrechter hierover een
verslag maken.
Regel 5 - Artikel 4 Leiding van de wedstrijd
BZVB
en
VZVB
De scheidsrechter leidt het spel volgens de van kracht zijnde regels en neemt alle
beslissingen die zich opdringen. Hij mag echter alleen op zijn eerste beslissing terugkomen
indien het spel nog niet hernomen is.
De scheidsrechter heeft de bevoegdheid het spel te onderbreken voor iedere overtreding van
de spelregels.
De scheidsrechter mag het principe van het voordeel toepassen indien hij meent de ploeg te
bevoordelen tegen wie de fout wordt gemaakt.
Hij mag bijgevolg niet op zijn beslissing terugkomen wanneer het vermeende voordeel niet
benut wordt. Het toepassen van de voordeelregel mag geen beletsel zijn om indien nodig de
passende disciplinaire sanctie te nemen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 16 Versie 01.08.2020
Regel 5 - Artikel 5 Stilleggen en stopzetten van de wedstrijd
BZVB
en
VZVB
De scheidsrechter heeft de bevoegdheid het spel te onderbreken of definitief te staken, zo hij
dit nodig acht wegens interne of externe factoren, het gedrag van de toeschouwers of zware
feiten.
Hij moet het spel onmiddellijk onderbreken indien een speler ernstig gekwetst is. Indien het
een lichte geblesseerde betreft zal hij het spel onderbreken op het einde van de aan gang
zijnde spelfase. Een licht geblesseerde speler mag niet op het speelveld verzorgd worden.
De scheidsrechter moet op het wedstrijdblad melding maken van alle ongevallen of
blessures met aanduiding van de juiste plaats van de blessure.
Regel 5 - Artikel 6 Gele kaart en uitsluiting
Tegenover elke speler die zich schuldig
maakt aan een fout of onbehoorlijk gedrag
en naargelang de ernst van de feiten, heeft
de scheidsrechter de mogelijkheid om:
- hetzij een opmerking te maken
- hetzij een officiële waarschuwing te
geven
- hetzij een gele kaart te geven
- hetzij uit te sluiten (rode kaart)
Een speler die een gele kaart krijgt mag
verder spelen. Indien hij later een tweede
gele kaart krijgt, moet hij een rode krijgen
en de zaal verlaten. Zijn ploeg moet dan
verder spelen met een speler minder.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Tegenover elke speler die zich schuldig
maakt aan een fout of onbehoorlijk gedrag
en naargelang de ernst van de feiten, heeft
de scheidsrechter de mogelijkheid om:
- hetzij een opmerking te maken
- hetzij een officiële waarschuwing te
geven
- hetzij uit te wijzen (gele kaart)
- hetzij uit te sluiten (rode kaart
Een uitgewezen speler (gele kaart) mag
vervangen worden.
BZVB
en
VZVB
Een uitgesloten speler (rode kaart) mag in geen geval vervangen worden. De uitgesloten
terreinafgevaardigde dient vervangen overeenkomstig regel 5, art. 9/A.
Deze tuchtmaatregelen kunnen ook genomen worden tegenover elke official waarvan hij het
gedrag als onbehoorlijk beoordeelt.
Met uitzondering van de spelerswissels die in de loop van de wedstrijd worden toegestaan,
mag niemand het speelveld betreden, of de zaal verlaten, zonder toelating van de
scheidsrechter. Wanneer een speler of een official toch zo handelt, oordeelt de
scheidsrechter over de houding van dit aangesloten lid. Wanneer hij oordeelt dat dit gedrag
onsportief is, dient de scheidsrechter een tuchtmaatregel te treffen.
Na het beëindigen van de wedstrijd mag de scheidsrechter geen kaart meer tonen. Bij
eventuele problemen na de wedstrijd dient de scheidsrechter de betrokken speler of official
ervan op de hoogte te stellen dat hij een verslag zal opmaken.
Regel 5 - Artikel 7 Het fluitsignaal
BZVB
en
VZVB
Elke spelonderbreking wordt kenbaar gemaakt met een fluitsignaal.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 17 Versie 01.08.2020
Het fluitsignaal is vereist :
- bij de aftrap,
- bij de spelherneming van de tweede
speelhelft,
- bij spelherneming nadat een doelpunt
werd aangetekend,
- bij spelherneming na time out,
- om het einde van elke speelhelft aan te
duiden,
- voor het nemen van een strafschop,
- voor het nemen van een 9-metertrap
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Het fluitsignaal is vereist :
- bij de aftrap,
- bij de spelherneming van de tweede
speelhelft,
- bij spelherneming nadat een doelpunt
werd aangetekend,
- bij spelherneming na time out,
- om het einde van elke speelhelft aan te
duiden,
- voor het nemen van een strafschop.
Regel 5 - Artikel 8 Afwezigheid van de scheidsrechter
BZVB
en
VZVB
Een wedstrijd mag nooit gespeeld worden zonder scheidsrechter. Een wedstrijd mag niet
uitgesteld worden wegens afwezigheid van de scheidsrechter.
Indien de officieel aangeduide scheidsrechter afwezig is of niet meer in staat is zijn
opdracht te vervolgen wegens blessure of ziekte, moet de tweede scheidsrechter of, bij
ontstentenis, een gelegenheidsscheidsrechter zijn plaats innemen. De
gelegenheidsscheidsrechter beschikt over alle bevoegdheden, toegekend aan de officiële
scheidsrechter.
Wanneer een scheidsrechter de wedstrijd definitief staakt wegens handtastelijkheden op zijn
persoon mag niemand hem vervangen.
Bij ontstentenis van officieel aangeduide scheidsrechter(s) is de rangorde om hem (ze) te
vervangen de volgende:
a) neutrale scheidsrechter van categorie A-B-C-D-E-F-G in deze volgorde.
b) scheidsrechter behorend tot de bezoekende club, in de bovengemelde volgorde.
c) scheidsrechter behorend tot de thuisclub, in de bovengemelde volgorde.
d) neutraal gelicentieerd lid
e) gelicentieerd lid of speler behorend tot de bezoekende club.
f) gelicentieerd lid of speler behorend tot de thuisclub.
g) in laatste instantie moet de thuisclub beroep doen op de terreinafgevaardigde. In dit
geval mag de wedstrijd uitzonderlijk zonder terreinafgevaardigde plaatsvinden.
Voor wat betreft de punten e) t.e.m. g), mogen de gelicentieerde leden die op het
wedstrijdblad staan hun eerste functie terug opnemen (speler/official/terreinafgevaardigde)
zodra de officieel aangeduide scheidsrechter aangekomen is
Voor wat betreft de punten d) t.e.m. g) is het niet toegelaten een beroep te doen op personen
jonger dan 18 jaar.
Iedere gelegenheidsscheidsrechter dient zich te vereenzelvigen door middel van een
identiteitsdocument dat door de spelregels wordt toegestaan. In het vakje « opmerkingen »
zal hij zijn naam, voornaam en geboortedatum noteren en zijn handtekening aanbrengen.
Het is de leden van een scheidsrechterscommissie niet toegestaan een wedstrijd te leiden.
Op provinciaal vlak kunnen de bevoegde instanties afwijkingen op deze regel.
Een gelegenheidsscheidsrechter moet de leiding over de partij afstaan aan de te laat
komende officieel aangeduide scheidsrechter. Een gelegenheidsscheidsrechter mag de
leiding van de partij afstaan aan een niet-aangeduide officiële scheidsrechter.
Laatstgenoemde moet wachten op een spelonderbreking alvorens op het terrein te komen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 18 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Een gelegenheidsscheidsrechter moet de leiding over de partij afstaan aan de te laat
komende officieel aangeduide scheidsrechter. Een gelegenheidsscheidsrechter mag de
leiding van de partij afstaan aan een niet-aangeduide officiële scheidsrechter.
Laatstgenoemde moet wachten op een spelonderbreking alvorens op het terrein te komen.
Een gelegenheidsscheidsrechter die een wedstrijd leidt heeft recht op de vergoeding van de
scheidsrechter die hij vervangt, zonder dat de vergoeding waarop hij normaal recht heeft,
mag overschreden worden. Hij mag de verplaatsingskosten niet in rekening brengen.
Het gelicentieerd lid dat de leiding van een
wedstrijd op zich neemt heeft geen recht op
een vergoeding en mag enkel de
terugbetaling van zijn inkomticket vragen,
behalve in specifieke gevallen voorzien
door de organisator.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Het gelicentieerd lid dat de leiding van een
wedstrijd op zich neet heeft geen recht op
een vergoeding en mag enkel de
terugbetaling van zijn inkomticket vragen,
behalve in specifieke gevallen voorzien
door de organisator (vrijwillig arbitreren
voorzien in sommige provincies).
Regel 5 - Artikel 9 Terreinofficials
BZVB
en
VZVB
Iedereen die zich binnen de neutrale zone bevindt en een officiële taak vervult op het
terrein, moet minimum 18 jaar oud zijn de dag van de wedstrijd en een contrasterende
armband van minimum acht centimeter breedte dragen
A) TERREINAFGEVAARDIGDE
Een terreinafgevaardigde is verplicht.
De terreinafgevaardigde moet een witte armband dragen. Tijdens de wedstrijd, moet hij in
de wisselzone blijven zitten, uitgenomen in bijzondere omstandigheden bepaald door de
scheidsrechter.
De thuis- of organiserende club is verplicht tenminste dertig minuten voor de aanvang van
de wedstrijd een geldig gelicentieerd lid aan te stellen om de functie van
terreinafgevaardigde te vervullen.
Hij moet ter beschikking van de scheidsrechter zijn wanneer deze verschijnt tot op het
ogenblik dat de scheidsrechter hem kenbaar gemaakt heeft dat hij van zijn
verantwoordelijkheid ontslagen is.
De terreinafgevaardigde mag geen enkele andere functie vervullen, behalve deze die
voorzien is op het einde van dit artikel (zie Bijzondere instructies).
Ingeval geen enkel gelicentieerd en aanwezig lid de functie van terreinafgevaardigde kan
waarnemen moet een speler van de thuisclub deze functie vervullen. Hij mag niet
deelnemen aan het spel tot de aankomst van een lid dat als terreinafgevaardigde mag
fungeren.
Indien de thuisclub door deze verplichting herleid is tot drie spelers mag de wedstrijd niet
doorgaan.
Een thuisclub die zich enkel aanbiedt met vijf spelers en zich bijgevolg verplicht ziet, één
van haar spelers als terreinafgevaardigde te laten fungeren, mag die terreinafgevaardigde
eventueel vervangen door één van de overige spelers indien die gekwetst wordt. In dat geval
mag de terreinafgevaardigde de plaats van de gekwetste speler innemen en aan het spel
deelnemen indien hij daartoe gekwalificeerd is. De gekwetste speler die de rol van
terreinafgevaardigde overneemt, mag echter in geen geval diezelfde wedstrijd nog opnieuw
als speler aantreden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 19 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Wanneer gedurende een wedstrijd de terreinafgevaardigde zijn functies niet meer kan
uitoefenen om welke redenen ook, moet hij vervangen worden door een lid van de thuisclub
in onderstaande verplicht te respecteren volgorde :
a) een official die al werd ingeschreven op het wedstrijdblad.
b) een speler ingeschreven op het wedstrijdblad.
Indien als gevolg van deze verplichting de club wordt herleid tot minder dan drie spelers,
moet de wedstrijd definitief gestaakt worden.
De scheidsrechter dient de overgang van de terreinafgevaardigde in het vak opmerkingen’
van het wedstrijdblad te vermelden.
BIJZONDERE INSTRUCTIES
Bij afwezigheid van de officiële scheidsrechter kan in laatste instantie de wedstrijd
geleid worden door de terreinafgevaardigde (zie Regel 5 Art. 8 Pt f).
Indien een speler van de thuisclub zich kwetst, is een wisseling tussen de gekwetste speler
en de terreinafgevaardigde die uitzonderlijk optreedt als gelegenheidsscheidsrechter niet
toegestaan.
BZVB
en
VZVB
B) TERREINCOMMISSARISSEN
De thuis- of organiserende club mag eveneens 2 gelicentieerde leden tot
terreincommissarissen aanstellen.
Tijdens de wedstrijd moeten deze leden zich in de neutrale zone bevinden op een door de
scheidsrechter aangeduide plaats. Ze moeten een groene armband dragen.
BZVB
en
VZVB
C) VERZORGERS
Ze moeten een gele armband dragen.
Ze dienen zich te bevinden op de zitplaatsen van de wisselspelers en mogen deze zonder
toelating van de scheidsrechter niet verlaten.
BZVB
en
VZVB
D) COACHES EN HULPCOACHES
De coaches en de hulpcoaches moeten een rode armband dragen.
Een hulpcoach kan aangesteld worden voor zover er een coach is aangesteld.
De hulpcoaches dienen zich op de zitplaatsen van de wisselspelers te bevinden en mogen
deze zonder toelating van de scheidsrechter niet verlaten (uitgezonderd regel 5 art 9D).
Indien een coach of een hulpcoach als speler aantreedt mag hij op het wedstrijdblad enkel
als speler vermeldt worden en dient hij als dusdanig beschouwd.
Indien een coach zijn plaats binnen de neutrale zone vrijwillig en zonder toelating van de
scheidsrechter verlaat, mag hij niet vervangen worden.
Teneinde zijn functie beter te kunnen
uitvoeren, mag de coach vlak voor, achter
of naast de zitplaatsen van zijn
wisselspelers in de coachzone (indien van
toepassing) rechtstaan zonder daarbij de
scheidsrechter te hinderen en zonder de
officials aan de tafel het zicht te
belemmeren.
In geval van uitsluiting van de coach neemt
de hulpcoach diens functie over, met alle
rechten en verplichtingen eigen aan de
coachfunctie.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Teneinde zijn functie beter te kunnen
uitvoeren, mag de coach vlak voor, achter
of naast de zitplaatsen van zijn
wisselspelers in de coachzone (indien van
toepassing) rechtstaan zonder daarbij de
scheidsrechter te hinderen.
In geval van uitwijzing of uitsluiting van de
coach neemt de hulpcoach diens functie
over, met alle rechten en verplichtingen
eigen aan de coachfunctie.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 20 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
E) AFGEVAARDIGDE VAN DE BEZOEKENDE CLUB
De bezoekende club mag een gelicentieerd lid als afgevaardigde aanstellen. Deze moet op
de zitplaatsen van de wisselspelers plaatsnemen en moet een armband met de nationale
kleuren dragen.
Indien de bezoekende club geen afgevaardigde ter beschikking heeft, is de kapitein verplicht
de administratieve formaliteiten eigen aan diens functie te vervullen. In dit geval mag de
kapitein aan de wedstrijd deelnemen.
Voor deze administratieve taak is de kapitein niet onderworpen aan de leeftijdsverplichting
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Hij is gehouden het wedstrijdblad in te
vullen voor de wedstrijd en zal het
ondertekenen na de afloop ervan..
BZVB
en
VZVB
F) TOEGELATEN IN DE NEUTRALE ZONE.
Mits drager te zijn van hun uniform of makkelijk te identificeren, worden volgende
personen ook toegelaten tot de neutrale zone :
- de politie.
- de hulpdiensten.
- geaccrediteerde fotografen en geaccrediteerde pers- en televisieploegen.
- leden van bondinstantie die in opdracht zijn.
BZVB
G) OFFICIELE TAFEL
De “officiële tafel” is samengesteld uit één gekwalificeerd lid van elk der beide ploegen.
Het nodige materieel (zie Regel 1 / Art. 13) wordt ter beschikking gesteld door de
thuisploeg.
Deze “officiëlen” moeten een blauwe armband dragen.
Elke persoon aan de tafel voert een officiële functie uit. Hij is assistent van de
scheidstrechter. Hij mag de officiële tafel niet verlaten zonder toestemming van de
scheidsrechter en mag het spel op geen enkel wijze beïnvloeden.
De “officiëlen” aan de tafel houden de notitie bij van de eerste vijf cumulerende fouten die
door elke ploeg tijdens elke speelhelft begaan werden en die door de scheidsrechter kenbaar
gemaakt zijn door het tonen van een blauwe kaart. Het aantal fouten wordt aan het publiek
kenbaar gemaakt door flapbordjes. Na vijf cumulerende fouten door een ploeg begaan, zal
elke volgende fout in dezelfde speelhelft aangegeven door het tonen van de blauwe kaart
door de scheidsrechter., bestraft worden met een 9-metertrap. Het aantal fouten aangeduid
aan de officiële tafel blijft op 5 staan.
Taakverdeling :
- thuisploeg: scorebord en markeerbord blauwe kaarten
- bezoekers : wedstrijdblad: doelpunten en blauwe kaarten.
In geval van onderlinge overeenstemming tussen de twee clubs mogen de taken omgeruild
worden.
De officials aan de tafel ondertekenen het wedstrijdblad aan het einde van de wedstrijd.
Deze functie is niet cumuleerbaar met een andere officiële functie. Ingeval een club niet
beschikt over een gekwalificeerd lid om de taak aan de “officiële tafel” waar te nemen,
moet deze functie worden vervuld door een speler. Hij mag niet deelnemen aan het spel tot
de aankomst van een gekwalificeerd clublid dat de functie aan de officiële tafel overneemt.
Indien een club door deze verplichting herleid is tot drie spelers mag de wedstrijd niet
doorgaan.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 21 Versie 01.08.2020
BZVB
Een ploeg die zich aanbiedt met slechts vijf spelers en zich bijgevolg verplicht ziet, één van
haar spelers als official aan de tafel te laten fungeren, mag die official eventueel vervangen
door één van de overige spelers indien die gekwetst wordt. De gekwetste speler die de rol
van official aan de tafel overneemt, mag echter in geen geval tijdens diezelfde wedstrijd
opnieuw als speler aantreden.
Ingeval van weigering om een speler, wanneer noodzakelijk, aan de “officiële tafel” te laten
fungeren, zal de wedstrijd geen doorgang vinden.
Wanneer gedurende een wedstrijd de official aan de tafel zijn functies niet meer kan
uitoefenen, om welke reden ook, moet hij worden vervangen door een lid van zijn ploeg in
onderstaande verplicht te respecteren volgorde:
a) een official ingeschreven op het wedstrijdblad (behalve de terreinafgevaardigde)
b) een speler ingeschreven op het wedstrijdblad.
Indien als gevolg van deze verplichting de club wordt herleid tot minder dan drie spelers,
moet de wedstrijd definitief gestaakt worden en moet de scheidsrechter hierover een verslag
maken.
Verdeling van de taken tussen officiële
tafel en scheidsrechter.
Het beheer van blauwe kaarten en
doelpuntenmakers is een taak voor de
officiële tafel. Indien nodig moet de
scheidsrechter tussenbeide komen. Na een
doelpunt of een blauwe kaart zal het spel
slechts hernomen worden nadat de correcte
doelpuntenscore en/of foutenlast aangeduid
zijn.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Verdeling van de taken tussen officiële
tafel en scheidsrechter.
Er is geen officiële tafel. De vleugels
mogen het blauwe kaarten systeem
invoeren in het geheel van deze
competities. In dit geval is het de taak van
de scheidsrechter de foutenlast bij te
houden.
BZVB
en
VZVB
H) JEUGDCOMPETITIE.
In de jeugdcompetitie moeten de ploegen door tenminste één volwassen (minimum 18 jaar)
gelicentieerd lid vergezeld worden. Deze persoon mag de functies van afgevaardigde en
coach en omgekeerd cumuleren en mag dus ook b.v. het wedstrijdblad aftekenen en
instructies geven tijdens de wedstrijd als coach.
Indien de afgevaardigde een volwassen gelicentieerd lid is (minimum 18 jaar), is de vereiste
minimumleeftijd van de coach 15 jaar op de dag van de wedstrijd voor de ontmoetingen van
de categorieën duiveltjes tot cadetten.
* * * * * * *
Regel 6 : De lijnrechter
BZVB en
VZVB
Deze regel is niet meer van toepassing.
* * * * * * *
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 22 Versie 01.08.2020
Regel 7 : Duur van het spel
Regel 7 - Artikel 1
BZVB
en
VZVB
De wedstrijd bestaat uit twee spelperiodes van eenzelfde duur, onderbroken door een pauze
van twee tot vijf minuten.
Tijdens elke wedstrijd heeft elke club recht op een time-out van 1 minuut.
Op verzoek van de coach en/of de kapitein wordt deze time-out door de scheidsrechter
toegekend bij de spelonderbreking die volgt op het verzoek.
Tijdens de rust en overeenkomstig de duur ervan, blijven de spelers in de buurt van de
zitplaatsen van de wisselspelers van hun ploeg of keren terug naar hun respectievelijke
kleedkamers. De 2 ploegen volgen hetzelfde scenario.
Tijdens de « time-outs » moeten de spelers in de buurt blijven van de zitplaatsen van de
wisselspelers van hun ploeg. Deze eventuele time-outs worden niet in aanmerking genomen
bij het beoordelen van de werkelijke tijdsduur van elke speelhelft.
BIJZONDERE INSTRUCTIES
De bevoegde instantie kan toelating verlenen om de pauze van hun thuiswedstrijden te
verlengen tot maximum 10 minuten.
Regel 7 - Artikel 2 Duur van het spel
De duur van de wedstrijd wordt bepaald
volgens de categorieën van de spelers
/speelsters :
1
ste
nationale afdeling, finales beker van
België en Supercup : 2 x 30 minuten.
Andere wedstrijden : :2 x 25 minuten.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
De duur van de wedstrijd wordt bepaald
volgens de categorieën van de spelers
/speelsters :
Seniores, dames, beloften, scholieren,
kadetten en miniemen : 2 x 25 minuten.
Preminiemen en duiveltjes: 2 x 20 minuten.
BZVB
en
VZVB
In vriendschappelijke wedstrijden mag, mits onderling akkoord, de duur van het spel
ingekort worden.
In tornooien is de scheidsrechter verplicht het reglement na te leven dat opgesteld werd door
de organiserende club en goedgekeurd door de bevoegde nationale, provinciale of liga
instantie.
Tijdens bekerfinales en testwedstrijden kunnen extra-times van 2 x 5 minuten ingelast
worden ingeval van gelijkspel na de officiële tijd. Tijdens deze extra-times mag elke ploeg
een bijkomende time-out vragen.
Regel 7 - Artikel 3 Verlenging van de spelperiode
BZVB
en
VZVB
De duur van de spelperiode moet verlengd worden met de tijd nodig om een strafschop of
een 9-metertrap (indien de blauwe kaarten van toepassing zijn) te kunnen nemen voor een
fout, begaan binnen de reglementaire tijd. De scheidsrechter is gehouden de twee clubs van
deze beslissing op de hoogte te brengen.
Enkel de scheidsrechter heeft het recht de duur van elke periode te verlengen met de tijd die
volgens zijn mening verloren werd, wat ook de reden daarvan mag zijn.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 23 Versie 01.08.2020
Regel 7 - Artikel 4 Spelonderbreking
BZVB
en
VZVB
De scheidsrechter moet het spel onderbreken telkens als de omstandigheden het vereisen.
Hij moet de wedstrijd definitief staken wanneer hij van oordeel is dat een normaal verloop
van de wedstrijd onmogelijk geworden is door één van volgende oorzaken :
a) onbespeelbaarheid van het veld
b) handtastelijkheden jegens de scheidsrechter
c) onvoldoende aantal spelers in één van de ploegen
d) gevaar voor de lichaamsgesteldheid van de spelers dat niet kan ongedaan gemaakt
worden binnen de 5 minuten
e) een overrompeling van het terrein welke de 5 minuten overschrijden
f) vreemd voorwerp op het speelveld dat niet kan verwijderd worden binnen de 5 minuten
g) weigering gevolg te geven aan een uitsluiting nadat hij de hiervoor voorziene procedure
gevolgd heeft
h) andere omstandigheden te beoordelen door de scheidsrechter.
Eens de wedstrijd begonnen is mag/mogen de onderbreking(en) in totaal de 5 minuten niet
overschrijden.
Uitzondering:
Bij elektriciteitspanne in de zaal mag de wedstrijd door de scheidsrechter eventueel
meerdere malen tijdelijk onderbroken worden tot een totale maximumduur van 15 minuten
bereikt is. Daarna dient de wedstrijd definitief gestaakt te worden. De bevoegde commissie
zal uitspraak doen op basis van de omstandigheden.
Regel 7 - Artikel 5
BZVB
en
VZVB
Als 10 minuten na het officiële aanvangsuur van de wedstrijd een ploeg niet over minimum
vier spelers in uitrusting op het speelveld staat, mag de wedstrijd niet plaatsvinden en moet
de scheidsrechter een verslag indienen bij de bevoegde instantie die het geval zal
onderzoeken.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Het bevoegde comité/commissie mag de
wachttijd aanpassen in functie van de
bezetting in de zalen, zonder de grens van
10 minuten te overschrijden.
* * * * * * *
Regel 8 : Aftrap - Scheidsrechtersbal
Regel 8 - Artikel 1 Bij de aanvang van de wedstrijd
BZVB
en
VZVB
Een opgooi door de scheidsrechter in aanwezigheid van de twee kapiteins beslist over de
keuze tussen speelhelft en aftrap. De ploeg door het lot begunstigd heeft het recht haar
kamp of de aftrap te kiezen. De wisselspelers en de officials, behalve de
terreinafgevaardigde en de commissaris(sen), moeten plaats nemen op de bank langs de kant
van de speelhelft dat door hun ploeg verdedigd wordt.
De bal moet op het middelpunt van het speelveld liggen en mag niet bewegen. Nadat de
scheidsrechter het fluitsignaal heeft gegeven vangt het spel aan met een trap op de bal door
een speler in gelijk welke richting.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 24 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Al de spelers dienen zich in hun eigen speelhelft te bevinden en spelers van de ploeg die
niet aftrapt, moeten op een afstand van minimum vijf meter van de bal blijven, tot wanneer
deze in het spel gebracht is.
De speler die de aftrap gegeven heeft, mag geen tweede maal de bal spelen voordat deze
door een andere speler, van de eigen ploeg of van de tegenpartij, aangeraakt werd.
Regel 8 - Artikel 2 Nadat een doelpunt gemaakt werd
BZVB en
VZVB
Het spel zal op dezelfde wijze hernomen worden als bij de aftrap, door een speler van de
ploeg waartegen een doelpunt gescoord werd.
Regel 8 - Artikel 3 Na de rust
BZVB
en
VZVB
De ploegen wisselen van kamp. De aftrap wordt gegeven door een speler van de ploeg die
niet de aftrap in het begin van de wedstrijd genomen heeft.
De wisselspelers en de gemachtigde officials moeten eveneens van kamp wisselen.
Regel 8 - Artikel 4 Doelpunt na aftrap
BZVB
en
VZVB
Een doelpunt kan niet rechtstreeks uit een aftrap gescoord worden.
Wanneer de bal rechtstreeks in het doel van de tegenpartij belandt, is het doelpunt niet
geldig en dient het spel hernomen met een doelworp door de doelwachter.
Wanneer de speler, gelast met het geven van de aftrap, de bal rechtstreeks in zijn eigen doel
trapt, herneemt het spel met een hoekschop voor de tegenpartij.
Regel 8 - Artikel 5 Tijdelijke onderbreking - Scheidsrechtersbal
BZVB
en
VZVB
Wanneer het spel tijdelijk stilgelegd werd om een reden die niet in een spelregel voorzien is,
zal het spel hernomen worden met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal zich
bevond op het ogenblik dat het spel onderbroken werd. De bal is in het spel zodra hij de
grond geraakt heeft.
Wanneer het spel stilgelegd werd terwijl de bal in het doelgebied was, moet de
scheidsrechtersbal gegeven worden op de lijn die dit gebied afbakent, zo dicht mogelijk bij
de plaats waar de bal zich bevond.
De scheidsrechtersbal moet hernomen worden
a) wanneer de bal de doel- of zijlijn overschrijdt vooraleer hij door een speler aangeraakt
werd.
b) wanneer een speler de bal aanraakt vooraleer deze de grond raakt.
Regel 8 - Artikel 6 Mogelijke gevallen voor een scheidsrechtersbal
BZVB
en
VZVB
a) vreemd voorwerp op het speelveld dat het spel of een speler beïnvloedt
b) overtreding van een speler buiten het speelveld terwijl de bal in het spel is
c) onregelmatig geworden bal tijdens het spel
d) gelijktijdige en even zware overtredingen begaan door twee tegenstanders
e) spelonderbreking voor een gekwetste speler
f) ongepast fluitsignaal van de scheidsrechter
g) fluitsignaal van een toeschouwer dat het spel of een speler kan beïnvloeden
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 25 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
h) spelonderbreking wegens de houding van officials of toeschouwers
i) val of ernstige blessure van de scheidsrechter, waardoor hij het verloop van de wedstrijd
niet meer kan controleren.
j) elektriciteitspanne wanneer de bal in het spel is
k) alle andere omstandigheden door de scheidsrechter te bepalen.
* * * * * * *
Regel 9 : Bal in en uit het spe
Regel 9 - Artikel 1 Bal uit het spel
BZVB
en
VZVB
De bal is uit het spel :
a) wanneer hij volledig over een zij- of doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij in de
lucht
b) wanneer hij het plafond of armaturen heeft geraakt
c) wanneer het spel door de scheidsrechter werd stilgelegd.
Regel 9 - Artikel 2 Bal in het spel
BZVB
en
VZVB
Op elk ander ogenblik is de bal in het spel van het begin tot het einde van de wedstrijd, ook
in de hierna vermelde gevallen:
a) indien hij in het speelveld terugkaatst na een doelpaal of een dwarslat te hebben geraakt.
b) indien hij in het speelveld terugkaatst na de scheidsrechter te hebben geraakt die zich
binnen het speelveld bevindt. De scheidsrechter wordt dus niet beschouwd als vreemd
voorwerp.
* * * * * * *
Regel 10 : Geldig doelpunt
BZVB
en
VZVB
Buiten de uitzonderingen die in de spelregels voorzien zijn, wordt een geldig doelpunt
aangetekend als de bal volledig door het doelvlak gegaan is. Het doelvlak is het vlak
begrensd door de doellijn tussen de palen, de twee palen zelf en de dwarslat. Het doelpunt is
niet geldig wanneer de bal door een speler van de aanvallende ploeg - de doelwachter
inbegrepen - opzettelijk met de hand of arm geworpen, geslagen of gedragen werd.
Een doelpunt mag niet goedgekeurd worden indien de bal alvorens door het doelvlak te
gaan, in aanraking komt met een vreemd voorwerp.
Indien dit feit zich voordoet:
a) tijdens een gewone spelfase: het spel moet hernomen worden met een scheidsrechtersbal
op de plaats van het contact, tenzij in het doelgebied, in welk geval de scheidsrechtersbal
gegeven wordt op de lijn die het doelgebied afbakent zo dicht mogelijk bij de plaats waar
de bal zich bevond.
b) bij het nemen van een strafschop: deze moet hernomen worden.
c) Wanneer de bal op een reglementaire wijze in het doel gaat nadat hij werd aangeraakt of
van richting veranderd door de scheidsrechter. Indien hij zich binnen het speelveld
bevindt, moet het doelpunt goedgekeurd worden.
De ploeg die het grootste aantal doelpunten aangetekend heeft, is de winnaar van de
wedstrijd; indien geen enkel doelpunt werd aangetekend of indien beide ploegen hetzelfde
aantal doelpunten hebben gescoord, eindigt de wedstrijd onbeslist.
* * * * * * *
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 26 Versie 01.08.2020
Regel 11 : Fouten en ongepastheden
Regel 11 - Artikel 1 Rechtstreekse vrije trap
BZVB
en
VZVB
Een speler die opzettelijk één der volgende fouten begaat dient bestraft met een
rechtstreekse vrije trap, toegekend aan de tegenpartij.
Fouten op een tegenstander
a) een tegenstander een trap geven of trachten te geven
b) een tegenstander een voetje lichten, d.w.z. : een tegenstander doen vallen of trachten te
doen vallen.
c) op een tegenstander springen
d) een tegenstander aanvallen op een gewelddadige of gevaarlijke manier
e) een tegenstander slaan of trachten te slaan ; ‘naar iemand spuwen’ wordt gelijkgesteld
met slaan
f) een tegenstander vast- of tegenhouden, hetzij bij een lichaamsdeel hetzij bij een gedeelte
van zijn uitrusting
g) een tegenstander duwen
h) een sliding tackle op een tegenstrever uitvoeren.
Fout met de bal
i) met de voetzool de bal blokkeren die zich in de voeten van de tegenstander bevindt, op
het ogenblik dat de tegenstander op de bal trapt.
j) de bal met de hand of met de arm spelen. Dit geldt niet voor de doelwachter binnen zijn
doelgebied, evenwel rekening houdend met de beperkingen voorzien in Regel 15 artikel
4 en de “Bijzondere schikkingen” in Regel 11 artikel 6. Een speler die tracht de bal met
de hand of de arm te spelen, maar er niet in slaagt, mag niet bestraft worden.
Een speler mag zijn gezicht of onderbuik beschermen zonder dat er sprake is van een fout,
zelfs als hij in het bezit van de bal blijft. Een dame mag bovendien haar borst beschermen.
Wanneer één van deze fouten door een speler begaan werd in zijn eigen doelgebied, moet
de rechtstreekse vrije trap omgezet worden in een strafschop. Uitzondering hierop vormen
de beschikkingen in verband met de foutieve tussenkomsten van een doelwachter zoals
beschreven in Regel 11 artikel 6 en Regel 15 artikel 4. Bij het toekennen van de strafschop
speelt het geen rol waar de bal zich bevindt op het ogenblik van de overtreding, als hij maar
in het spel is.
Regel 11 - Artikel 2 Onrechtstreekse vrije trap
BZVB
en
VZVB
Een speler die opzettelijk één der volgende fouten begaat, dient bestraft met een
onrechtstreekse vrije trap, toegekend aan de tegenpartij.
a) spelen op een manier die door de scheidsrechter als gevaarlijk beoordeeld wordt voor de
tegenstander, evenwel zonder dat er contact mag zijn, in welk geval een rechtstreekse
vrije trap moet gegeven worden
b) op zulke manier spelen dat het als gevaarlijk voor de speler zelf beoordeeld wordt.
c) op incorrecte wijze een tegenstander aanvallen, wanneer de bal niet binnen spelbereik of
in de lucht is.
d) zonder de bal te spelen, de tegenstander met het lichaam hinderen, dit wil zeggen ofwel
tussen de tegenstander en de bal lopen, ofwel zich zodanig in de richting van de bal
opstellen dat men een hinderpaal voor de tegenstander is.
e) de doelwachter van de tegenpartij beletten de bal weg te werken wanneer hij deze in zijn
doelgebied opgevangen heeft.
f) alle fouten tegen medespelers of scheidsrechter.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 27 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
g) een spelerswisseling niet volgens de regels uitvoeren: in dit geval moet de
onrechtstreekse vrije trap gegeven worden op de plaats waar de bal zich bevond op het
ogenblik van de overtreding. Echter wanneer de bal zich in het doelgebied bevond, moet
de onrechtstreekse vrije trap gegeven worden op de lijn die dit gebied afbakent, zo dicht
mogelijk bij de plaats waar de bal was. Voor de verdediger wordt deze onrechtstreekse
vrije trap genomen op de plaats waar de bal was binnen het doelgebied.
h) opzettelijk tijd winnen als de bal in het spel is.
i) ieder onwelvoeglijk gedrag tegen tegenstanders, medespelers, officials of toeschouwers.
j) op een medespeler leunen om de bal te spelen of trachten te spelen.
k) na de aanvang of herneming van het spel (behalve bij scheidsrechtersbal) de bal een
tweede maal spelen alvorens deze door een andere speler werd aangeraakt; indien bij de
aanvang of herneming van het spel een speler een zwaardere fout begaat, terwijl hij de
bal een tweede maal aanraakt, moet de zwaarste fout bestraft worden.
l) overtreding van Regel 3, artikel 2
m) overtreding van Regel 4, artikel 4
n) overtreding van Regel 15, artikel 4
Regel 11 - Artikel 3 Gelijktijdige overtredingen
BZVB
en
VZVB
Wanneer twee fouten gelijktijdig begaan worden, dan moet de zwaarste fout bestraft worden
met een vrije trap, aangezien:
a) de fouten bestrafbaar met een rechtstreekse vrije trap voorrang hebben op de fouten
bestrafbaar met een onrechtstreekse vrije trap.
b) de fouten bestrafbaar met een rechtstreekse vrije trap op de tegenstander voorrang
hebben op deze begaan met de bal.
Wanneer twee tegenstanders gelijktijdig een even zware fout begaan en indien de
scheidsrechter meent te moeten ingrijpen, dient het spel hernomen met een
scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal zich bevond. Indien echter het feit zich voordoet
in het doelgebied moet de scheidsrechtersbal gegeven worden op de lijn die dit gebied
afbakent en op de plaats die er het dichtst bij is.
Regel 11 - Artikel 4 Tuchtmaatregelen
BZVB en
VZVB
De hieronder beschreven maatregelen zijn eveneens van toepassing voor de officials,
behalve wat de spelfeiten betreft.
De officiële verwittiging wordt mondeling
aan de speler of de official kenbaar
gemaakt.
Een uitsluiting van een speler of official
wordt kenbaar gemaakt door een rode
kaart.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
De officiële verwittiging wordt mondeling
aan de speler of de official kenbaar
gemaakt.
Een uitwijzing van een speler of official
wordt kenbaar gemaakt door een gele kaart.
Een uitsluiting van een speler of official
wordt kenbaar gemaakt door een rode kaart.
BZVB
en
VZVB
A. Officiële waarschuwing
Een speler moet een officiële waarschuwing krijgen wanneer hij aanhoudend de
spelregels overtreedt.
Een speler of official moet een officiële waarschuwing krijgen wanneer hij door
woorden of gebaren de beslissingen van de scheidsrechter afkeurt.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 28 Versie 01.08.2020
B. Gele kaart - Uitsluiting
Een speler moet een gele kaart krijgen
of uitgesloten worden :
a) wanneer hij opnieuw een fout begaat
na een officiële waarschuwing
opgelopen te hebben.
b) wanneer hij zich in een beledigende
of onbehoorlijke taal richt tot de
scheidsrechter, de officials of het
publiek.
c) in geval hij zich brutaal of
gewelddadig gedraagt.
d) in geval van duidelijk spelbederf.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
B. Uitwijzing- Uitsluiting
Een speler moet uitgewezen of
uitgesloten worden :
a) wanneer hij opnieuw een fout begaat
na een officiële waarschuwing
opgelopen te hebben.
b) wanneer hij zich in een beledigende
of onbehoorlijke taal richt tot de
scheidsrechter, de officials of het
publiek.
c) in geval hij zich brutaal of
gewelddadig gedraagt.
d) in geval van duidelijk spelbederf.
BZVB en
VZVB
C. Alleen de scheidsrechter is bevoegd te oordelen over de strafmaatregel die hij meent te
moeten opleggen en de strafmaatregel op te leggen. Hij is niet verplicht deze
maatregelen in een stijgende volgorde toe te passen, wel te verstaan dat slaan, op iemand
spuwen of natrappen in elk geval moet gesanctioneerd worden met een definitieve
uitsluiting (rode kaart).
D. Een uitgesloten (rode kaart) speler moet
zich onmiddellijk naar de kleedkamer
begeven. Een speler die een gele kaart
krijgt mag verder spelen. Indien hij later
een tweede gele kaart krijgt moet hij
onmiddellijk een rode kaart krijgen en
de zaal verlaten. Zijn ploeg moet dan
verder spelen met een speler minder.
In het kader van jeugdwedstrijden tot de
categorie kadetten en volgens de
omstandigheden, moet de uitgesloten
speler plaats nemen in de omgeving van
de verantwoordelijke van zijn ploeg in
zoverre dat hij het goede verloop van de
wedstrijd niet verstoort, en dient een
overtrekje aan te trekken met een
andere kleur dan de truitjes van de twee
ploegen.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
D. Een uitgewezen of uitgesloten speler
moet zich onmiddellijk naar de
kleedkamer begeven en mag niet meer
plaats nemen op de bank van de
wisselspelers. In geval van uitwijzing
mag hij vervangen worden door een
speler waarvan de naam op het
wedstrijdblad vermeld is en door de
scheidsrechter gecontroleerd is. Na de
spelherneming, kan een uitgewezen
speler (gele kaart) geen rode kaart meer
krijgen. Er mag wel nog een verslag
opgemaakt worden door de
scheidsrechter.
In het kader van jeugdwedstrijden tot de
categorie cadetten en volgens de
omstandigheden, moet de uitgewezen of
uitgesloten speler plaats nemen in de
omgeving van de verantwoordelijke van
zijn ploeg in zoverre dat hij het goede
verloop van de wedstrijd niet verstoort,
en dient een overtrekje aan te trekken
met een andere kleur dan de truitjes van
de twee ploegen.
Indien een uitgewezen speler weigert het
speelveld te verlaten en/of zich naar de
kleedkamer te gaan, moet de
scheidsrechter hem definitief uitsluiten
en mag de speler in dit geval niet
vervangen worden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 29 Versie 01.08.2020
BZVB en
VZVB
Een speler die tijdens een wedstrijd uitgesloten wordt, mag in geen geval vervangen
worden. Indien de uitgesloten speler weigert het speelveld te verlaten en/of zich naar de
kleedkamer te gaan, moet de scheidsrechter de passende maatregelen nemen (Cf. Regel 3
artikel 3).
Deze reglementering geldt eveneens voor de spelers die op de wisselbank zitten. Elke
uitsluiting (= rode kaart) van één van deze spelers veroorzaakt een voor de verdere duur
van de wedstrijd definitieve vermindering van het aantal spelers op het veld. De kapitein
is verantwoordelijk voor het aanduiden van een speler die het terrein dient te verlaten op
het ogenblik van de uitsluiting. Deze speler mag verder als wisselspeler deelnemen aan
de wedstrijd.
E. Indien een uitgesloten official weigert
de neutrale zone te verlaten wordt de
wedstrijd gestaakt.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
E. Indien een uitgewezen official (gele
kaart) weigert de neutrale zone te
verlaten wordt hij (zij) uitgesloten (rode
kaart). Indien de official alsnog weigert
de neutrale zone te verlaten wordt de
wedstrijd gestaakt.
BZVB en
VZVB
F. Bovendien moet hij voor iedere uitsluiting een omstandig verslag opmaken binnen de
voorzien termijn en overmaken aan het secretariaat van de bevoegde commissie.
G. Indien één van de beide ploegen weigert de wedstrijd te hervatten, moet de
scheidsrechter de kapitein van die ploeg bij zich roepen. Indien deze de weigering om
verder te spelen bevestigt, zal de scheidsrechter de wedstrijd definitief staken.
Regel 11 - Artikel 5 Cumulatie van de fouten
Van toepassing in de Nationale competities en op regionaal en provinciaal niveau volgens de
modaliteiten vastgesteld door de bevoegde instanties
BZVB
Alle fouten die vermeld staan in Regel 11, art.1 en bestraft worden met een rechtstreekse
vrije trap, zijn cumulatieve fouten. Gedurende elke speelhelft worden de eerste 5
cumulatieve fouten die door elke ploeg begaan worden, geregistreerd op het wedstrijdblad
Alle cumulatieve fouten worden door de scheidrechter duidelijk kenbaar gemaakt door het
tonen van een blauwe kaart aan de tafelofficials.
Wanneer een speler de zesde (of volgende) (cumulatieve) overtreding van zijn ploeg begaat,
moet de “9- metertrap genomen worden vanaf de 9-meterlijn, recht tegenover zijn eigen
doel. In geval éérst voordeel gegeven werd, mag nadien géén blauwe kaart meer getrokken
worden.
Wanneer wordt overgegaan tot het spelen van verlengingen, blijven alle tijdens de tweede
speelhelft begane cumulatieve fouten in rekening.
De bal is in het spel zodra hij in beweging gebracht is door strafschopnemer. De “9-
metertrap” moet in één tijd getrapt worden ( zie ook Regel 11, art. 5 – “Uitvoering”
Plaats van het nemen van de “9- metertrap” (vrije trap zonder muur)
Vanaf de 6
de
cumulatieve fout die voor elke ploeg tijdens elke speelhelft opgetekend wordt :
- mag de “9-metertrap” niet langer afgeweerd worden door een muur van spelers.
- moet de speler die de 9- metertrapzal nemen, duidelijk bekend worden gemaakt door
het plaatsen van de bal op de stip.
- moet de doelwachter in zijn strafschopgebied blijven, ten minste op 5 meter afstand van de
bal.
- moeten alle spelers op het speelveld blijven staan, ten minstens op 9-meter van de doellijn.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 30 Versie 01.08.2020
BZVB
Zij moeten daarenboven op 5 meter van de bal blijven en mogen de speler die de 9-
metertrapneemt, niet belemmeren. Geen speler mag deze regel overtreden vooraleer de
bal geraakt is.
Uitvoering (voor de 6
de
en volgende cumulatieve fouten behalve strafschop (zie Regel
13 Art. 1))
- De speler die de 9- metertrapneemt, moet de bal trappen met de intentie een doelpunt
te scoren en mag de bal niet naar een andere speler doorgeven.
- Eenmaal de 9-metertrapgenomen, mag geen andere medespeler de bal raken vooraleer
deze geraakt wordt door de doelwachter, terugkaatst na doelpaal of dwarslat te raken, of het
speelveld verlaat.
- Regel 13, Art. 2, Pt. 2 et Pt 6 zijn ook van toepassing bij een “9 meter trap”.
Wanneer een speler deze Regel overtreedt wanneer de bal reeds in het spel is, wordt een
onrechtstreekse vrije trap toegekend aan de tegenpartij.
Inbreuken - sancties
Wanneer een speler van de verdedigende ploeg deze Regel overtreedt:
- moet de “9-metertrap” enkel hernomen worden wanneer geen doelpunt werd gescoord.
- moet de “9-metertrap” niet hernomen worden wanneer een doelpunt werd gescoord.
Wanneer een medespeler van degene die de vrije trap neemt deze Regel overtreedt:
- moet de “9-metertrap” hernomen worden wanneer een doelpunt werd gescoord.
- moet de “9-metertrap” niet hernomen worden wanneer geen doelpunt werd gescoord.
Regel 11 - Artikel 6 Balbehandeling
BZVB
en
VZVB
*Algemeen principe.
Definitie: Voor een doelwachter geldt als «spelactie»: de bal binnen de 5 seconden na de
eerste aanraking doorspelen.
De bal opnieuw in het spel brengen nadat de bal de doellijn heeft overschreden, wordt
NIET beschouwd als” het spelen van de bal” door de doelwachter.
1. Binnen zijn eigen doelgebied.
- De doelwachter moet de bal met de handen spelen wanneer hij de bal opnieuw in het
spel brengt nadat de bal de doellijn heeft overschreden.
- De doelwachter mag de bal met de handen spelen:
- wanneer een medespeler hem de bal bij intrap of hoekschop toespeelt.
- wanneer de bal in laatste instantie geraakt werd door een tegenstrever.
- wanneer de bal naar hem terugkomt bij een scheidsrechtersbal.
- De doelwachter mag de bal niet met de handen spelen wanneer een medespeler hem
de bal vrijwillig toespeelt.
- Indien de doelwachter tijdens het spel de bal raakt of afweert, mag hij de bal opnieuw
spelen op voorwaarde dat de bal hem niet vrijwillig werd toegespeeld door een
medespeler. De doelwachter moet dan wel de bal ontzetten en daarmee zijn spelactie
besluiten.
- Indien de doelwachter tijdens het spel de bal afweert en de bal daarop zijn doelgebied
verlaat, mag hij de bal opnieuw spelen, maar moet de “5-secondenregel”
gerespecteerd blijven.
2. Op zijn speelhelft ( zijn doelgebied inbegrepen )
- In alle gevallen heeft de doelwachter slechts eenmaal het recht om aan een spelactie
deel te nemen.
- De doelwachter mag in geen enkel geval de bal langer dan 5 seconden in zijn bezit
houden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 31 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
- De doelwachter verwerft het recht om opnieuw aan een spelactie deel te nemen, indien
aan één van de volgende vier voorwaarden voldaan is:
a. na een spelonderbreking.
b. nadat de bal geraakt werd door een tegenstrever.
c. nadat de bal volledig de middellijn heeft overschreden.
d. nadat hij de bal opnieuw in het spel gebracht heeft, nadat deze de doellijn had
overschreden.
3. Op de andere helft:
De 5-secondenregel en het aantal keren dat de doelwachter de bal speelt, zijn daar
niet van toepassing.
*Sanctie.
Elke inbreuk op deze voorschriften zal bestraft worden met een onrechtstreekse vrije trap
toegekend aan de tegenstrever, op de plaats waar de overtreding werd begaan. Indien de
overtreding werd begaan binnen het doelgebied, wordt de onrechtstreekse vrije trap
toegekend aan de tegenstrever op de lijn die het doelgebied afbakent, zo dicht mogelijk bij
de plaats waar de overtreding werd begaan.
Regel 11 - Artikel 7 Spelherneming
BZVB
en
VZVB
Alle volgende spelhernemingen dienen uitgevoerd binnen 5 seconden vanaf het ogenblik
waarop de bal door de scheidsrechter als zijnde in het spel wordt beoordeeld. Elk vrijwillig
tijdverlies wordt bestraft met een tuchtmaatregel
A. Intrappen vanop de zijlijn - De intrap vanop de zijlijn wordt aan de tegenstander
toegekend
B. Hoekschoppen De bal wordt toegekend aan de doelwachter van de tegenpartij.
C. Doelworpen nadat de bal over de doellijn is buitengegaan - Een hoekschop wordt aan
de tegenstander toegekend.
* * * * * * *
Regel 12 : Vrije trappen
BZVB
en
VZVB
Er zijn twee soorten vrije trappen:
De rechtstreekse vrije trap waarop rechtstreeks een doelpunt kan gemaakt worden tegen
de overtredende partij;
De onrechtstreekse vrije trap waaruit niet rechtstreeks een doelpunt kan aangetekend
worden. Indien de bal, alvorens door het doelvlak te gaan, aangeraakt of gespeeld is
geweest door een andere speler dan deze die de trap heeft gegeven, is het doelpunt wel
geldig.
Wanneer op een rechtstreekse of onrechtstreekse vrije trap, toegekend buiten de
doelgebieden, de speler die gelast is met het trappen, de bal rechtstreeks in zijn eigen doel
zendt, mag het doelpunt niet toegekend worden maar moet het spel hernomen worden met
een hoekschop in het voordeel van de tegenpartij.
De scheidsrechter signaleert een onrechtstreekse vrije trap door de arm verticaal boven het
hoofd te houden op het ogenblik dat de trap gegeven wordt. De scheidsrechter moet de arm
opgeheven houden tot wanneer de bal aangeraakt wordt door een andere speler of niet meer
in het spel is.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 32 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
Op een rechtstreekse of onrechtstreekse vrije trap is de bal in het spel zodra hij geraakt en in
beweging gebracht is door een speler van de ploeg aan wie de vrije trap is toegewezen.
Indien een rechtstreekse of onrechtstreekse vrije trap toegekend wordt aan een speler in zijn
eigen doelgebied, zal de bal in het spel zijn onmiddellijk na het doelgebied te hebben
verlaten.
Om een vrije trap te kunnen toekennen moet:
a) de scheidsrechter de fout van een speler gezien hebben en ze als opzettelijk
beoordelen
b) de fout op het speelveld begaan zijn
c) de bal in het spel zijn op het ogenblik dat de fout begaan werd.
Opdat de spelherneming op een vrije trap conform de regels zou zijn is het nodig:
a)dat de bal stilligt op de plaats waar de fout begaan werd, behalve in de
uitzonderingsgevallen voorzien door andere regels.
Wanneer een vrije trap toegekend wordt aan de verdedigers in hun eigen doelgebied moet
de bal gelegd worden op de plaats waar de fout begaan werd. De tegenstanders moeten
buiten het doelgebied blijven.
Indien de bal niet direct in het spel gebracht wordt, dus buiten het doelgebied, moet de vrije
trap opnieuw gegeven worden.
Wanneer een onrechtstreekse vrije trap toegekend wordt aan de aanvallers in het
doelgebied van de tegenpartij moet de bal gelegd worden op de lijn die dit gebied
afbakent, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de fout begaan werd.
b) dat alle tegenstanders van de speler die de vrije trap geeft, zich op vijf meter van de bal
bevinden en slechts dichterbij mogen komen wanneer de bal in het spel is.
Indien een tegenstander van een speler die
een vrije trap geeft tot minder dan 5 meter
van de bal nadert vooraleer deze in het spel
is, moet de scheidsrechter de vrije trap
laten hernemen. De speler die de fout
begaat moet een officiële waarschuwing
krijgen en in geval van herhaling een gele
kaart krijgen.
Wanneer de tegenstanders een ‘muur’
maken en weigeren zich op reglementaire
afstand te plaatsen, moet de scheidsrechter
een officiële waarschuwing geven aan de
speler die zich het dichtst bij de bal
bevindt. Wanneer vervolgens de spelers
zich nog niet op reglementaire afstand
plaatsen, moet de speler die zich het dichtst
bij de bal bevindt, een gele kaart krijgen.
B
Z
V
B
V
Z
V
B
Indien een tegenstander van een speler die
een vrije trap geeft tot minder dan 5 meter
van de bal nadert vooraleer deze in het spel
is, moet de scheidsrechter de vrije trap
laten hernemen. De speler die de fout
begaat moet een officiële waarschuwing
krijgen en in geval van herhaling
uitgewezen worden.
Wanneer de tegenstanders een ‘muur’
maken en weigeren zich op reglementaire
afstand te plaatsen, moet de scheidsrechter
een officiële waarschuwing geven aan de
speler die zich het dichtst bij de bal bevindt.
Wanneer vervolgens de spelers zich nog
niet op reglementaire afstand plaatsen,
moet de speler die zich het dichtst bij de bal
bevindt, uitgewezen worden..
BZVB
en
VZVB
Nochtans wanneer de speler die de vrije trap geeft teneinde hieruit eventueel voordeel te
halen, niet wacht tot de tegenstanders zich op reglementaire afstand bevinden, dient het
spel voortgezet, zelfs als de bal op een tegenstander die er te dicht bij staat terecht komt.
c) de bal mag in gelijk welke richting getrapt worden behalve op een strafschop. In dit
geval moet de bal vooruit getrapt worden.
d) wanneer bij het nemen van de vrije trap één of meerdere tegenstanders rondspringen,
gebaren maken of schreeuwen met de bedoeling de speler die de vrije trap neemt af te
leiden, moet hij of moeten zij een officiële waarschuwing krijgen wegens onbehoorlijk
gedrag.
* * * * * * *
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 33 Versie 01.08.2020
Regel 13 : Strafschop (penalty)
Regel 13 - Artikel 1 Het trappen
BZVB
en
VZVB
Het trappen van een strafschop gebeurt als volgt:
a) de bal moet door de speler die de strafschop neemt op het strafschoppunt gelegd worden.
De scheidsrechter is de enige die te oordelen heeft of de bal correct ligt.
b) alle spelers, met uitzondering van de doelwachter van de tegenpartij, moeten zich binnen
het speelveld maar buiten het doelgebied bevinden en op minimum vijf meter van de bal.
c) de doelwachter van de tegenpartij moet met beide voeten op de doellijn tussen de
doelpalen staan. Hij mag zijn voeten niet bewegen tot de bal getrapt is.
d) de strafschopnemer moet met het gezicht naar het doel en de bal staan en mag bij het
trappen zijn aanloop niet onderbreken.
e) de strafschopnemer moet de bal voorwaarts trappen. Een tweede speler mag de
strafschop verder verlengen tot in doel indien aan de overige punten van Regel 13
voldaan wordt.
f) wanneer de strafschopnemer de bal achterwaarts speelt, moet de strafschop hernomen
worden en dient hij een officiële waarschuwing te krijgen.
g) de toelating om de strafschop te trappen moet door de scheidsrechter met een fluitsignaal
gegeven worden.
h) uit een strafschop kan rechtstreeks worden gescoord.
f) de bal is in het spel zodra hij in beweging gebracht is door strafschopnemer.
Regel 13 - Artikel 2 Bijzondere gevallen
BZVB
en
VZVB
1. Wanneer de scheidsrechter een strafschop toegekend heeft, mag hij het signaal van de
uitvoering ervan niet geven vooraleer de spelers hun plaats ingenomen hebben die door
de spelregels voorgeschreven wordt.
2a) Wanneer de bal, nadat de strafschop genomen wordt, op zijn weg naar het doel door een
vreemd voorwerp of de scheidsrechter geraakt wordt, moet de strafschop hernomen
worden.
2b) Wanneer de bal, nadat de strafschop genomen wordt, op zijn weg naar het doel door de
scheidsrechter geraakt wordt, dient het spel te laten hernemen met een
scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal in contact kwam met het vreemde
voorwerp, behalve indien het contact gebeurde in het doelgebied, in welk geval de
scheidsrechtersbal moet gegeven worden op de lijn die dit gebied afbakent.
2c) Wanneer de bal, nadat de strafschop genomen wordt, in aanraking komt met de
doelwachter, een doelpaal of de dwarslat en bij het terugkaatsen in het speelveld geraakt
wordt door een vreemd voorwerp of de scheidsrechter, moet de scheidsrechter het spel
stilleggen. Hij dient het spel te laten hernemen met een scheidsrechtersbal op de plaats
waar de bal in contact kwam met het vreemde voorwerp of de scheidsrechter, behalve
indien het contact gebeurde in het doelgebied, in welk geval de scheidsrechtersbal moet
gegeven worden op de lijn die dit gebied afbakent.
3a) Wanneer de scheidsrechter, nadat hij het signaal voor het nemen van de strafschop
gegeven heeft, vaststelt dat de doelwachter zich niet op de voorgeschreven plaats op de
doellijn bevindt, moet hij toch de strafschop laten nemen. Indien een doelpunt
aangetekend wordt, moet het goedgekeurd worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt,
moet de strafschop hernomen worden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 34 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
3b) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal getrapt werd, de doelwachter zijn voeten beweegt, moet hij de
strafschop toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet het
goedgekeurd worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt, moet de strafschop
hernomen worden.
3c) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een speler van de verdedigende ploeg in het
doelgebied komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet hij de strafschop
toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet het goedgekeurd
worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt, moet de strafschop hernomen worden.
In de gevallen 3a), 3b) en 3c) moet de speler die de overtreding begaat een officiële
waarschuwing krijgen.
4a) Wanneer op het ogenblik dat de strafschop genomen wordt de strafschopnemer zich aan
onbehoorlijk gedrag schuldig maakt of één van zijn medespelers door woorden of
gebaren de doelwachter beïnvloedt, moet de strafschop hernomen worden, indien er een
doelpunt is uit gescoord. De strafschopnemer - of de schuldige medespelers - moeten een
officiële waarschuwing krijgen.
4b) Wanneer op het ogenblik dat de strafschop genomen wordt een speler de
strafschopnemer beïnvloedt door woorden of gebaren, moet de strafschop hernomen
worden indien geen doelpunt is gescoord. De schuldige speler moet een officiële
waarschuwing krijgen. Indien deze speler een projectiel naar de bal werpt, wordt er op
dezelfde wijze gehandeld en moet hij bovendien definitief uitgesloten worden.
4c) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal tot het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een ploegmaat van de strafschopnemer in het
doelgebied komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet hij de strafschop
toch laten nemen. Indien een doelpunt aangetekend wordt, moet de strafschop hernomen
worden.
4d) Wanneer in dezelfde omstandigheden als in c) de bal terug in het spel botst nadat hij de
doelwachter, de dwarslat of een doelpaal geraakt heeft, moet de scheidsrechter het spel
stilleggen en een onrechtstreekse vrije schop aan de tegenpartij toekennen op de plaats
waar de speler in het doelgebied gekomen is of op de plaats waar hij tot op minder dan
vijf meter van de bal genaderd is.
4e) Wanneer in dezelfde omstandigheden als in 4c) de doelwachter de bal afweert in
hoekschop, moet de scheidsrechter de hoekschop toekennen.
In de gevallen 4c), 4d) en 4e) moet de schuldige speler een officiële waarschuwing
krijgen.
5a) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, de doelwachter niet op zijn doellijn blijft en
tegelijkertijd een ploegmaat van de strafschopnemer in het doelgebied komt of de bal
nadert tot op minder dan vijf meter, moet de strafschop hernomen worden.
5b) Wanneer, nadat de scheidsrechter het signaal voor het nemen van de strafschop gegeven
heeft en alvorens de bal in het spel is, een speler van beide ploegen in het doelgebied
komt of de bal nadert tot op minder dan vijf meter, moet de strafschop hernomen
worden.
In de gevallen 5a) en 5b) moeten de spelers die de overtreding begaan hebben een
officiële waarschuwing krijgen.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 35 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
6. Wanneer de speeltijd van een wedstrijd na de eerste helft of na het einde van de match
moet verlengd worden om een strafschop te nemen of te hernemen, moet deze
verlenging duren tot op het ogenblik dat de strafschop zijn uitwerking heeft gehad.
Een doelpunt is aangetekend wanneer de bal volledig door het doelvlak gegaan is, in één
van de volgende gevallen:
a) rechtstreeks na het nemen van de strafschop;
b) na van een doelpaal of een dwarslat teruggekaatst te zijn;
c) nadat hij door de doelwachter aangeraakt of gespeeld werd;
d) nadat eerst de doelwachter hem aanraakt en vervolgens via een doelpaal of de
dwarslat in het doel komt;
e) nadat hij eerst een doelpaal of de dwarslat raakt en vervolgens via de doelwachter in
het doel komt.
De wedstrijd eindigt zodra de scheidsrechter zijn beslissing getroffen heeft.
7. Wanneer een strafschop genomen wordt in extra speeltijd:
a) worden alle voorschriften van hoger vermelde paragrafen gewoon toegepast (behalve
die van paragrafen 2b), 4d) en 4 e);
b) in de omstandigheden beschreven in paragrafen 2b), 4d) en 4e) eindigt het trappen
van de strafschop onmiddellijk nadat de bal van een doelpaal of de dwarslat
terugkaatst in het speelveld.
Regel 13 - Artikel 3
Regeling voor het nemen van strafschoppen voor het verkrijgen van een
beslissing bij o.a. bekercompetities of om een winnaar aan te duiden
BZVB
en
VZVB
1. De scheidsrechter bepaalt op welk doel alle strafschoppen zullen genomen worden.
2. De scheidsrechter wijst door loting de ploeg aan die de eerste strafschop zal nemen.
3. De twee kapiteins geven aan de scheidsrechter de nummers van drie verschillende
spelers, die afwisselend en in de opgegeven volgorde de eerste reeks strafschoppen
zullen nemen.
4. Hiervoor komen alle spelers in aanmerking die op het wedstrijdblad genoteerd staan en
voor het trappen van de strafschoppen door de scheidsrechter gecontroleerd worden.
Spelers die tijdens de wedstrijd uitgesloten werden, komen hiervoor niet meer in
aanmerking. Indien één van de drie aan de scheidsrechter bekend gemaakte
strafschopnemers zich bij de aanloop om de strafschop te nemen kwetst en de strafschop
nog niet genomen is, mag de gekwetste strafschopnemer alsnog vervangen worden door
een medespeler.
Wanneer een ploeg gedurende de hele wedstrijd slechts aantreedt met 4 spelers, maar
zich volgens de procedure vermeld in « Regel 3 Art. 4 » na het eindsignaal (50
minuten, 60 minuten of verlengingen) vervolledigt met een vijfde speler, mag deze
speler deelnemen aan het trappen van de strafschoppen nadat hij door de scheidsrechter
gecontroleerd werd.
In dat geval dient de vijfde lijn op het wedstrijdblad, die voordien niet gebareerd werd,
ingevuld te worden, hetzij aan de rand van het speelveld voor het trappen van de
strafschoppen, hetzij na de trappen ervan, in de kleedkamer van de scheidsrechter.
5. Indien bij gelijkheid van het aantal pogingen een ploeg er in gelukt is een voorsprong
van twee doelpunten te nemen, moet de derde strafschop niet meer genomen worden.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 36 Versie 01.08.2020
BZVB
en
VZVB
6. Wanneer na drie pogingen beide ploegen hetzelfde aantal of geen doelpunten
aantekenen, dient als volgt gehandeld:
a) de twee kapiteins geven aan de scheidsrechter de nummers van drie verschillende
spelers die, in de opgegeven volgorde, de volgende strafschoppen zullen nemen.
Deze spelers mogen dezelfde zijn als deze die in de eerste reeks de strafschoppen
hebben genomen.
b) de strafschoppenreeks wordt definitief stopgezet, wanneer na evenveel pogingen een
ploeg een doelpunt meer heeft aangetekend dan de andere.
7. Dezelfde procedure zal verder gezet worden wanneer na deze drie strafschoppen nog
geen afscheiding is tussen beide ploegen.
8. Tijdens de proef moeten alle spelers, uitgezonderd de strafschopnemer en de
doelwachters, zich in de middencirkel of achter de middellijn binnen het speelveld
bevinden.
9. Ingeval van elektriciteitspanne of onbeschikbaarheid van de sporthal zal het resultaat
bepaald worden door een lottrekking door de bevoegde commissie. Ingeval van
elektriciteitspanne en wanneer beide ploegen niet evenveel pogingen tellen :
a) wordt de laatste poging van de ploeg die er één meer telt, vernietigd;
b) gaat de bevoegde instantie over tot lottrekking om de winnaar aan te duiden,
behalve wanneer het feit zich voordoet in de eerste reeks van drie strafschoppen,
in welk geval de ploeg die voorsprong genomen heeft tot winnaar uitgeroepen
wordt.
10. Wanneer, terwijl één der beide ploegen herleid is tot drie spelers, een van hen zich
kwetst of uitgesloten wordt, moet het nemen van de strafschoppen gestaakt worden
wegens een onvoldoend aantal spelers.
11. Alle schikkingen van Regel 13 - behalve paragrafen 2b), 4d) en 4 e) zijn van toepassing.
* * * * * * *
Regel 14 : Intrap en bal tegen plafond / armaturen
Regel 14 - Artikel 1
BZVB
en
VZVB
Wanneer de bal volledig over de zijlijn buitengerold of buitengevlogen is, moet hij terug in
het spel gebracht worden met een intrap, toegekend aan een tegenstander van degene die de
bal het laatst heeft aangeraakt vooraleer deze buitenging.
Regel 14 - Artikel 2
BZVB
en
VZVB
De bal moet op de zijlijn gelegd worden op de plaats waar hij is buitengegaan.
De bal is in het spel zodra hij in beweging is gebracht door een effectieve speler en de lijn
die het speelveld afbakent heeft overschreden.
Regel 14 - Artikel 3
BZVB
en
VZVB
Wanneer de bal het plafond of de armaturen boven het speelveld raakt, wordt een intrap
toegekend tegen de ploeg waarvan een speler het laatst de bal heeft aangeraakt.
Het spel wordt hernomen met een intrap op de dichtstbij gelegen zijlijn ter hoogte van de
plek waar de bal plafond of armaturen geraakt heeft.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 37 Versie 01.08.2020
Regel 14 - Artikel 4
BZVB en
VZVB
Alle tegenstanders van de speler die de intrap neemt, moeten zich op minimum vijf meter
van de bal bevinden. Ze mogen niet tot minder dan vijf meter van de bal naderen, vooraleer
deze in het spel is.
Regel 14 - Artikel 5
BZVB en
VZVB
Bij foutieve intrap wordt een intrap op dezelfde plaats toegekend aan de tegenstrever
(behalve bij inbreuk op Regel 14, art. 4).
Regel 14 - Artikel 6
BZVB en
VZVB
Uit een intrap kan niet rechtstreeks gescoord worden.
* * * * * * *
Regel 15 :
Doelworp nadat de bal over de doellijn is buitengegaan
Regel 15 - Artikel 1
BZVB
en
VZVB
Een doelworp wordt aan de verdedigende partij toegekend:
a) wanneer de bal volledig over de doellijn buitengerold of buitengevlogen is, met
uitzondering van het doelvlak en het laatst door een aanvaller werd aangeraakt.
b) wanneer een tegenstander de bal rechtstreeks in het doel heeft doen terechtkomen op een
aftrap of op een onrechtstreekse vrije schop.
c) in geval van foutieve hoekschop.
d) wanneer de doelman de bal met de hand rechtstreeks in het doel van de tegenpartij gooit.
e) wanneer een intrap vanop de zijlijn rechtstreeks in het doel van de tegenpartij wordt
gezonden
Regel 15 - Artikel 2
BZVB
en
VZVB
Een doelworp moet door de doelwachter volgens de hierna vermelde voorschriften
uitgevoerd worden:
a) hij moet de bal terug in het spel brengen met de hand en van binnen zijn doelgebied;
b) alle spelers van de tegenpartij moeten zich buiten het doelgebied bevinden en mogen er
slechts inkomen nadat de bal in het spel is;
c) de bal is in het spel zodra hij, in het speelveld, de lijn die het doelgebied afbakent,
overschrijdt.
Wanneer de doelwachter de bal rechtstreeks buiten de zijlijn doet terechtkomen, moet het
spel hernomen worden met een intrap toegekend aan de tegenpartij.
Wanneer de bal, nadat hij in het speelveld de lijn heeft overschreden die het doelgebied
afbakent (6-meterlijn), rechtstreeks over de doellijn buitengaat, moet het spel worden
hernomen met een hoekschop, toegekend aan de tegenpartij.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 38 Versie 01.08.2020
Regel 15 - Artikel 3
BZVB
en
VZVB
De doelworp moet hernomen worden:
a) wanneer de doelwachter de bal niet met de hand en van binnen zijn doelgebied in het
spel brengt;
b) als een speler de bal raakt vooraleer hij in het spel is;
c) wanneer de bal via de doellijn buiten het doelgebied het terrein verlaat;
d) wanneer de doelwachter een tweede maal de bal aanraakt vooraleer deze in het spel is;
e) wanneer een speler van de tegenpartij zich in het doelgebied bevindt of er inkomt
vooraleer de bal in het spel is.
Regel 15 - Artikel 4
BZVB en
VZVB
Vanaf het ogenblik dat de doelwachter de bal opnieuw in het spel brengt, zijn de bepalingen
van Regel 11 artikel 6 van toepassing.
* * * * * * *
Regel 16 : Hoekschop
Regel 16 - Artikel 1
BZVB
en
VZVB
Een hoekschop moet worden toegekend aan een speler van de aanvallende ploeg:
a) wanneer de bal volledig over de doellijn buitengerold of buitengevlogen is, met
uitzondering van het doelvlak, en het laatst door een verdediger werd aangeraakt.
b) wanneer op een spelherneming de bal in het eigen doel getrapt wordt, nadat hij effectief
in het spel is geweest.
c) wanneer de doelman de bal niet binnen de 5 seconden opnieuw in het spel brengt nadat
de bal de doellijn heeft overschreden
Regel 16 - Artikel 2
BZVB
en
VZVB
De bal dient gelegd op de hoek die zich het dichtst bevindt bij de plaats waar hij is
buitengegaan.
De bal is in het spel zodra hij in beweging is gebracht door een speler en de lijn die het
speelveld afbakent overschrijdt.
Alle tegenspelers van de hoekschopnemer moeten zich op minstens 5 meter van de bal
bevinden. Zij kunnen niet op minder dan deze afstand naderen alvorens de bal in het spel is.
Regel 16 - Artikel 3
BZVB en
VZVB
Uit hoekschop kan rechtstreeks gescoord worden in het doel van de tegenpartij.
Regel 16 - Artikel 4
BZVB en
VZVB
In geval van foutieve hoekschop wordt de bal toegewezen aan de doelwachter van de
tegenpartij die de bal in het spel brengt zoals bepaald in Regel 15, art. 2.
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 39 Versie 01.08.2020
INHOUDSTAFEL
Regel 1 Het speelveld
Regel 2 De bal
Regel 3 De spelers Leeftijdscategorieën
Regel 4 Uitrusting van de spelers
Regel 5 De scheidsrechter De officials
Regel 6 *** Niet van toepassing ***
Regel 7 Duur van het spel
Regel 8 Aftrap Scheidsrechtersbal
Regel 9 Bal in en uit het spel
Regel 10 Hoe een doelpunt aangetekend wordt
Regel 11 Fouten en ongepastheden
Regel 12 Vrijschoppen
Regel 13 Strafschop
Regel 14 Intrap zijlijn Bal tegen het plafond
Regel 15 Doelworp nadat de bal over de doellijn is buitengegaan
Regel 16 Hoekschop
BZVB VZVB Tekst goedgekeurd door het NUC op 20.06.2020 Spelregels 2020-2021
Uitgever : Serge De Grève 40 Versie 01.08.2020
Association Belge de Football en Salle asbl (BZVB)
Belgische Zaalvoetbalbond vzw (BZVB)